Windturbineparken, een verslag
2
Binnen het Duumpje vormt windenrgie
een heet hangijzer: het ene kamp heeft
er geen moeite mee dat ze de horizon
in West Zeeuwsch-Vlaanderen domi
neren. Voor het andere kamp: onbe
spreekbaar.
Toch zijn we het over het nut van op
wekken van duurzame energie alle
maal roerend eens.
Ongefundeerde vooroordelen
Maar weet iedereen nu wel waar hij
over spreekt De meesten niet.
Daarom heeft het landelijk Bureau
Windenergie gemeend excursies naar
diverse windturbineparken te moeten
organiseren, overigens tevens uit wel
begrepen eigenbelang.
Het is weer al even geleden, 11 juli
om precies te zijn, dat er een excursie
plaats vond naar onder andere de
hoogste molens van Nederland. Het
betrof hier molens met een ashoogte
van 70 meter, zoals ze op Moerdijk
staan. Een gelegenheid die door Johan
Kesteloo en ondergetekende te baat
genomen werd. Rein Coster moest he
laas afzeggen.
Bont gezelschap
Het was een bont gezelschap dat om
negen uur in een V.I.P. -bus vanuit
Roosendaal vertrok: landbouw, TNO,
windmolenverenigingen, windmolen
fabrikanten en vertegenwoordigers
van vijf gemeenten, jammer genoeg
niet uit West Zeeuws-Vlaanderen.
Er werden 10 parken bezocht waarbij
meer dan uitvoerige uitleg werd ver
schaft en waar uitgebreid ingegaan
werd op zowel de voor- als nadelen.
Verder was er volop gelegenheid tot
het stellen van vragen die volgens ons
op deskundige wijze beantwoord wer
den.
Onschatbaarhoog
Wat ons met name interesseerde wa
ren de landschappelijke aspecten, as
pecten waar het allemaal om draait.
Wat ons het meest frappeerde was dat
de ashoogtes op geen stukken na te
schatten waren!! Het meest benieuwd
waren we naar de molens op Moerdijk
aangezien het hier molens betrof met
ashoogtes van 70 meter en een rotor-
diameter van 55 meter. Men gebruikt
hier twee rotorbladen.
Op een industrieterrein als Moerdijk
gaan ze, de eerlijkheid gebiedt dit te
zeggen, bijna verloren tussen al die
chemische bedrijven: het is hier dan
ook de ideale plaats.
Ook hier waren de hoogtes op geen
stukken na te schatten en zeker niet
van op enige afstand. Dat de molens
ons 'bevattingsvermogen' te buiten
gaan, heeft waarschijnlijk te maken
met de uitgekiende verhoudingen tus
sen ashoogte en rotordiameter, een
soorten gulden snede.
Rustig beeld
Ook het aantal bladen speelt een rol in
de beleving van de molens: een drie-
wieker geeft een rustiger beeld dan
zo'n eigenlijk verouderde Lagerweij-
molen. Dit zijn de molens zoals we ze
in onze streek kennen bij kaasboerde
rij Baars, aan de zuidkant van Oost
burg en op het akkerbouwbedrijf van
Hans Risseeuw aan de Sasputsestraat.
Geluid
Ook wat het geluid betreft zijn enorme
vorderingen gemaakt: langzaam draai
ende rotors maken nu eenmaal minder
geluid dan jakkeraars en aan de aëro
dynamica is ook steeds meer aandacht
besteed.
Allemaal maatregelen om windenergie
maatschappelijk beter aanvaardbaar te
maken. Deze vooruitgang was dan ook
goed te merken bij de Moerdijkmo
lens; bij windkracht 3 was het geluid
verbazend goed te verdragen. Bij toe
nemende wind zal het geluid natuur
lijk toenemen, maar het achtergrond
geluid eveneens, waardoor de hinder
van de molens zeer beperkt zal zijn
(zie grafiek).
Achtergrondkleur
Tijdens de excursie kwamen ook de
kleurstellingen nog ter sprake: eer
matte blauwgrijze kleur zal tegen de
horizon praktisch wegvallen, in tegen
stelling tot de meeste in 'blekkerige'
witte kleuren uitgevoerde exemplaren.
Conclusie
Kortom: het was een leerzame dag en
steeds meer kwamen we tot de conclu
sie dat het beoordelen van windmolens
subjectief zal blijven. Voor natuur- en
milieuwereld zou voorop moeten staan
dat het milieuvriendelijke energieop
wekking betreft. Landschappelijke as
pecten dienen mijns inziens hier op de
tweede plaats te komen.
Vooruitblik
Men hoort nogal eens dat de toekomst
ligt in de zonne-energie, en derhalve
het plaatsen van foeilelijke windturbi
nes een historische vergissing zou zijn.
Ik voorzie echter dat ook dan allerlei
projectontwikkelaars de deur plat zul
len lopen om tientallen hectares zon
nepanelen te kunnen dumpen en hier
van vrees ik een veel grotere impact
op het landschap hebben dan die paar
windmolens.
Sjaak Herman, augustus 1998.
figuur 3
achtergrondgeluid turbinegeluid