Trekvlmders (3) 9 In eerdere edities van 't Duumpje ver schenen al twee artikels over vlinders van de hand van Miriam Outermans. Sinds begin dit jaar is zij echter woon achtig aan "de overkant" en niet meer in staat deze serie te vervolgen. Om de serie te voltooien heeft ondergeteken de het stokje overgenomen. Een deel van de algemene vlinders die hier vanaf het voorjaar zonder veel moeite kunnen worden waargenomen zijn niet opgegroeid in onze streek. Ze zijn afkomstig uit zuidelijk Europa waar ze als rups hun jeugd hebben doorgebracht. De bekende voorbeel den zijn Atalanta en Distelvlinder. Minder algemeen zijn Oranje luzerne- vlinder en diverse nachtvlinders als Pijlstaarten. Wat is een trekvlinder Een trekvlinder is een vlinder die ge durende de warme maanden in ons land vertoeft, maar die aan het begin van de herfst terugtrekt naar het sub tropisch gebied rondom de Middel landse zee omdat zij niet in staat is om hier de winterperiode te overleven. Als we de cyclus beginnen in het voorjaar dan praten we over een rups in Zuid Europa. Deze doet zich tegoed aan de waardplanten die aldaar in de nog niet al te hete zon volop in de groei zijn. Als de rups zijn buik heeft volgevreten, zoekt hij een ideale plek op om te verpoppen. Uit deze pop kruipt na verloop van tijd een vlinder. Inmiddels is de temperatuur al flink opgelopen, de bodem verdroogd en de vegetatie verdord. Dit is voor de vlin der het sein om de geboortestreek te verlaten en in noordelijke richting weg te trekken naar de gematigde streken. Hier gaat zij op zoek naar locaties waar de waardplanten in volle groei zijn. Eenmaal gevonden worden de eitjes afgezet en zit de taak er voor deze generatie op. Na een maand ver schijnen de eerste vlinders van de nieuwe generatie. Ze zijn fel en helder van kleur, dit in tegenstelling tot de immigranten, die door hun lange reis in de vaak felle zon vaal en flets zijn gekleurd. Ook deze nieuwe generatie zal zich niet aan hun geboortegrond hechten. Als nomaden zwermen ze uit op zoek naar nieuwe waardplanten in volle groei. Schommeling Niet ieder jaar bevolken evenveel trek- vlinders onze regio. Veel is afhanke lijk van de weersomstandigheden. Tij dens langdurige zuidenwind kunnen de trekkende vlinders massaal in onze streken terecht komen. Men spreekt dan van een invasie. Waait de wind uit een andere hoek dan verspreiden ze zich voor een groot deel elders in Mid den- en Noord-Europa. Bij een soort als Distelvlinder kan dit leiden tot grote schommelingen in de aantallen per jaar. Zo blijkt uit tellingen tussen 1977 en 1987 dat 1980 een zeer goed jaar was met 15500 waargenomen Distelvlinders. Vier jaar later telde men er maar 85. Bekende voorbeelden Het bekendste voorbeeld is wel de Atalanta. Vanaf mei tot ver in oktober is deze zwarte nomade met fel rood witte tekening op de bovenvleugel te zien. Overal is hij aan te treffen, in tui nen, bermen, parken en bossen. Het voedsel bestaat uit nectar van bloemen maar ze zijn ook vaak te vinden op rottend fruit en sap van bloedende bo men. De rupsen van de Atalanta leven van de Grote en Kleine brandnetel. Daarbij hebben ze een voorkeur voor brandnetels die in de halfschaduw staan. Minder algemeen maar in gunstige ja ren toch nadrukkelijk aanwezig is de Distelvlinder. Dit beestje is groten deels oranje met een zwart-witte teke ning. In mei verschijnen de eerste exemplaren en midden oktober doet de laatste het licht weer uit. De vlinders leven van nectar van diverse kruiden en struiken. De rupsen leven, zoals de naam al suggereert, voornamelijk van distels. Daarnaast zijn ze ook te vin den op diverse klitsoorten, brandnetel, kaasjeskruid en Zeeaster. Zeer opvallend zijn de Oranje- en Gele Luzernevlinder. Met hun botergele kleur springen ze duidelijk in het oog en trekken snel de aandacht. Met en kele tot een paar honderd waarnemin gen per jaar zijn ze schaarser dan de voorgaande soorten. De eerste exemplaren "kunnen" al eind mei worden gezien maar de meeste worden waargenomen in de periode van augustus tot begin sep tember. Daarbij zijn ze weinig gebon den aan één bepaald landschap, alleen gesloten bos wordt gemeden. De vlinders voeden zich met nectar van een groot aantal bloemen. De rup sen leven op diverse klaverachtigen waarvan Luzerne de belangrijkste is. Literatuur: Bink.F.A, Ecologische atlas van de dagvlinders van Noordwest-Europa. Blab.J, et.al. Actie voor Vlinders, zo kunnen we ze redden. Awie de Zwart, mei 1998. Distelvlinder

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1998 | | pagina 9