sen die samen met een klas zo nu en dan de natuur in zouden willen gaan. Na informatie bleek dat er ook altijd een leerkracht bij zou zijn. Nou, het leek me wel wat; zelf ben ik zeer betrokken bij alles wat groeit, bloeit, vliegt, piept of fluit. Na 4 zeer interessante lessen was het dan zover en zijn we met een meestel en zo'n 20 kinderen op de fiets gestapt om een veedrinkput in de buurt eens onder de loep te nemen. We hadden allerlei materiaal mee. Nou, dat was vissen en modderen, alles heel secuur onderzoeken, vergelijken en benoe men. Ongelooflijk wat daar allemaal in leeft; niet alleen de jeugd, maar ook ikzelf stond perplex. Na lang ploeteren hadden we zelfs een piepklein sala mandertje in ons net. Veel te gauw was de middag om natuurlijk. Op het eind van het schooljaar was er een expositie. Op school waren allerlei dingen die met de natuur te maken hadden en waar onderzoek naar gedaan was, tentoongesteld. Mijn petje af hoor Als de jeugd zo met de natuur omgaat, wordt die generatie vanzelf milieubewust. A. de Smet-Cornelis. Groep 4 Wij zijn naar de waterzuivering geweest, maar de heenreis ging niet, de weg was afgesloten, want ze waren aan het teren. We maakten een omweggetje, maar dat was ook afge sloten. Er stond een bord; dat hebben we opzij gezet en we zijn doorgere den. Ik zat bij Dilia in het busje. Toen we er waren, kregen we een eierkoek en spa citroen en we kregen een rond leiding door de fabriek. Eerst ging het water door een zeef, want er zat nog viezigheid in. Toen was het water al wat schoner. Toen ging het door een ding daar zat zand in en daar ging het water doorheen. Er werd nog wat toe gevoegd en toen werd het geroerd. En dan door een groot filter en toen werd hét bewaard in een kelder. En toen ging het in een pomp en het kwam daarna uit de kraan. Als we weer klaar waren, kregen we nog een bekertje spa citroen. Toen gingen we weer naar huis met de auto. (Erik. Maartje, Milou en Imre). Groep 5/6 Donderdag 2 juni zijn we naar een boerderij geweest. Het was een heel oude boerderij, wel een paar honderd jaar oud. De bewoonster heeft er veel over verteld. De boerderijen werden dicht bij een kreek gebouwd, omdat het daar wat hoger is en daardoor ook droog rond de boerderij. Vroeger wer den er veel paarden gebruikt op de boerderij. Daarom zie je daar ook een paardendrinkput. Bij het huis zie je ook een keet. Daar woonden vroeger de knechten en de meiden in. En in de zomer vaak ook de boer zelf. De boer derij was omringd dor een laagte, want in de 80-jarige oorlog werd hij gebruikt als uitkijkpost. Vroeger was er ook veel vee op de boerderij, maar nu niet meer. Nu staan in die stal de landbouwmachines. Er was ook nog een oude schuur waarin veel dieren hun nest of broedplaats hebben, bij voorbeeld uilen, vleermuizen, zwalu wen, muizen en ratten. In de wei liep een mooi trekpaard en een paar scha pen. Verder zagen we nog jonge waterhoentjes, een reiger en ganzen. De boerin vertelde dat de boerderij niet is aangesloten op de riolering. De afvoer van de w.c. komt uit op een septictank. Het afvalwater van het huis gaat eerst naar een bezinkput, waar zeepresten en vuil op de bodem ach terblijven. Het water gaat verder naai de kreek. Gijs (groep 6) Drinkputten We zijn dinsdag 14 juni naar de drink put geweest. Toen we aankwamen, gingen we de fosfaatproef doen. Hij pakte water van de kreek en van de drinkput. Het water van de kreek was viezer dan dat van de drinkput. Ik, Gijs en Dennis gingen meten hoe diep en hoe breed hij was. Hij was 18,87 meter lang en meer dan anderhalve meter diep, dus was hij wel geschikt voor de salamanders en de boomkik kers, maar de boomkikker komt er niet voor, want er zijn geen andere drink putten in de buurt. We gingen ook kij ken of er genoeg planten waren en of ze goed kunnen zonnen als de zon schijnt. We gingen ook de zuurgraad- proef doen, dat was met een papiertje dat je in het water moest houden; het papiertje werd een beetje grijs, dus was het water een beetje zuur. Het was ook leuk om beestjes te vangen. We hadden ook een jonge salamander gevangen. Het was heel leuk. (Joel) Dieren In polders leven heel veel dieren zoals varkens, koeien, geiten, paarden en schapen. Alle kleine dieren van de boerderij worden bijna gevoerd met moedermelk. Konijnen graven in de duinen als ze een gang maken van de ene naar de andere kant. Door deze kanaaltjes stroomt het water als het vloed is, dan storten de duinen in. Dat is niet zo leuk voor de mensen. Dan moeten ze weer opnieuw een dijk aan leggen. Dat kost veel moeite voor de mensen. De konijnen graven niet alleen in dijken, maar ook in weilan den. De mol graaft ook gangen om in te wonen. Als er wormen in de gang komen, maakt hij hen dood; dan bewaart hij ze een paar dagen. Dan eet hij de wonnen op. Pieter Damen (groep 7) 16

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1994 | | pagina 16