De maximale afstand die boomkikkers kunnen afleggen, is 10 kilometer. Het betrof hier een dier dat nabij De Kruisdijk (tussen Aardenburg en Sluis) was gemerkt en in De Knokkert was teruggevonden. Het gebeurt ech ter zelden dat een boomkikker zo'n grote afstand aflegt. De kans dat ze zo'n tocht niet overleven is erg groot, want er zijn vele gevaren voor een kleine boomkikker. De boomkikker komt in bijna geheel Europa voor. In Nederland komen ze alleen nog voor in Twente en de Achterhoek, delen van Noord-Brabant, Limburg en Zeeuwsch- Vlaanderen. Tot in de zestiger jaren kwamen er in geheel Zeeuwsch-Vlaanderen nog boomkikkers voor. Door o.a. ruilver kavelingen is de soort in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen verdwenen. In West Zeeuwsch-Vlaanderen zijn ze zeer sterk achteruitgegaan en nog slechts in enkele geïsoleerde gebieden te vinden. Van het voorkomen van de boomkik ker in De Knokkert zijn er alleen inventarisaties van de laatste jaren. Het aantal roepende mannetjes schom melde van 10 (1977), 5 (1980), 18 (1991), 20 (1992) tot 10 stuks in 1993. In dit jaar zijn er slechts 6 geteld. Het nadeel van een geringe populatie is wanneer in een aantal opvolgende jaren weinig of geen succesvolle voortplanting is, de gehele populatie kan uitsterven. Daarom is het belang rijk dat er op korte termijn een goed boomkikkerbiotoop in De Knokkert wordt aangelegd. De knelpunten voor de boomkikker in De Knokkert liggen hoofdzakelijk in het ver verwijderd liggen van andere boomkikkergebieden. De dichtstbij zijnde gebieden zijn Cadzand-Bad en Retranchement. De afstanden zijn niet onoverkomelijk, maar toch lastig. Een andere moeilijkheid ligt in de poe len die in De Knokkert niet ideaal zijn. Ze drogen veel te snel uit of worden omringd door bomen die het licht wegnemen. Algemene bedreigingen voor de boomkikker liggen in de huidige agra rische bedrijfsvoering. Tot voor enkele tientallen jaren hoorde bij iedere boer derij een stukje wei met een veedrink put, wat bos, in de vorm van een hoog- stamboomgaard, knotwilgen, mei doornhagen en windsingels. De vee drinkput werd door de boomkikker benut als voortplantingsplaats, terwijl meidoornhagen, schrale weilandjes, knotwilgen, enz. dienden als zomerbi- otoop, winterbiotoop en ecologische verbindingszones. Het zijn deze kleine landschapselementen die door een moderner bedrijfsvoering, om schakelen van gemengde naar akker bouwbedrijven en landinrichting gro tendeels verdwenen zijn. Hierdoor verdween ook het gevarieerde, klein schalige landschap waai" de boomkik ker het liefst in vertoefde. Andere oorzaken van de forse achter beplanting wordt tevens gebruikt om in te schuilen en op te zonnen, want ons kikkertje is een zonaanbidder. Het winterbiotoop bestaat uit oudere houtwallen en bosjes. Ze verblijven hier onder dood plantenmateriaal, dood hout of in een muizehol. De boomkikker overwintert van oktober tot april. In De Knokkert is voldoende winterbiotoop aanwezig. Plan van aanpak. Om in de toekomst de boomkikker populatie in De Knokkert veilig te stellen en deze uit te laten breiden, dient er een goed voortplantingsbio- toop te worden aangelegd. Wanneer de populatie weer toeneemt, kan er bovendien uitwisseling plaatsvinden uitgang zijn het gebruik van chemica liën, het veelvuldig wegvangen door terrariumhouders en de achteruitgang van de houtwallen in kwaliteit en kwantiteit. Zoals hiervoor kort genoemd is het leefgebied van de boomkikker in 3 deelbiotopen te verdelen. Allereerst is er het voortplantingsbiotoop, bestaan de uit open, stilstaand water waarin fijnbladige waterplanten voorkomen, nodig om de eieren op af te zetten. Als de poel voor augustus droogvalt, ver drogen de larven. Ook is het van belang dat de waterstanden niet teveel fluctueren en dat de poel ondiepe delen heeft waardoor het water snel op een behaaglijke temperatuur komt. Het zomerbiotoop bestaat uit struc- tuurrijke zoomvegetaties met ruigte kruiden. De boomkikker gebruikt deze planten om te jagen op insecten. De Kamsalamander tussen nabijgelegen boomkikkergebie den zodat ook daar een betere bestaanszekerheid bereikt wordt. Bovendien kunnen andere gebieden vanuit De Knokkert ge(her)koloni- seerd worden, zodat de boomkikker stand zich in geheel Zeeuwsch- Vlaanderen kan herstellen. Verder zal niet alleen de boomkikker hier wel bij varen, maar eveneens de al eerder genoemde andere amfibie-soorten. Voorstel. De studenten doen het voorstel om een poel te creëren specifiek gericht op de voortplanting met bijbehorende zo merbiotoop, vlakbij de plaats waar de diertjes zich de laatste jaren terugge trokken hebben. Op dit moment zitten de kikkers nog in tuinvijvers, hetgeen erop duidt dat ze zich aan de laatste strohalm vastklampen om toch maar niet uit te sterven. Derhalve is het belangrijk, dat er snel een nieuwe 5

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1994 | | pagina 5