y
Korte berichten
plaatsen. En dat moet ook wel, want
het natuurlijk biotoop van de oever-
zwaluwen bevindt zich in rivieroevers
en steile wanden. En in een dergelijk
biotoop komt de laatste decennia al
aardig de klad. Voor de laatste catego
rie moet je in West Zeeuwsch-
Vlaanderen zoeken langs een aantal
binnendijken en afwateringskanalen.
En daar blijken met enige menselijke
hulp toch mogelijkheden te zijn.
Van belang voor de vorming van een
permanente broedplaats is de moge
lijkheid, om gedurende een aantal
opeenvolgende seizoenen deze verti
cale wanden intact te houden. Daarbij
ontstaat al direct de afhankelijkheid
aan een vaste plaats en biedt bijvoor
beeld een zandafgraving meestal
slechts tijdelijk soelaas. Op die manier
heeft de zandput bij Retranchement
jarenlang gefungeerd, maar ook hier is
gebleken, dat bij het einde van de
bouwactiviteiten eveneens het einde
van de oeverzwaluwlcolonie in zicht is.
Nu is in de literatuur over dit onder
werp al een aantal malen het nodige
gepubliceerd. Recent is daarbij in een
uitgave van "Het Vogeljaar" (3 -
1987) een themanummer aan deze
vogelsoort gewijd. Naast een aantal
artikelen van Herman L. Neys over de
historie, de huidige status en vele
facetten van de broedbiotoop is aan
dacht besteed aan het op kunstmatige
manier aanleggen van een aantal
oeverwanden. Gestapelde muren van
betonelementen, zandwanden met
bouwstaalmatten, maar ook het nor
male onderhoud aan een aarden wal
komen in dat nummer aan de orde.
Om ook in ons eigen landje een blij
vende plaats voor de oeverzwaluw te
creëren, was goede raad duur: toepas
sing van enige plaatselijke vindingrijk
heid (Sjaak Herman dus) attendeerde
het bestuur van 't Duumpje op de
mogelijkheid om langs het afwate
ringskanaal bij het Sluische Veer (het
Plankenhuis) een bestaande steile kant
verder voor het oeverzwaluwbiotoop
geschikt te maken. Dankzij de onder
steuning van het waterschap, ditmaal
in morele vorm, is een vrij zandig
beloop opgeknapt, waar voor het zicht
de zwaluwen hun gang kunnen gaan.
Hopelijk komen er dit voorjaar nog
enige broedresultaten (zie foto).
Trekpost Breskens.
Het voorjaar is intussen weer al aange
broken, en daarmee zijn ook veel
vogelsoorten weer vanuit hun over
winteringskwartieren in Afrika terug
gekeerd naar het Europese vasteland
om te gaan broeden. Zoals bekend
mag zijn, vliegen de vogels niet zo
maar kriskras door de lucht naar hun
plaats van bestemming, maar volgen
daarbij bepaalde routes. Deze worden
voornamelijk door hun instinct
bepaald, maar door weersom
standigheden kunnen deze routes beïn
vloed worden. Hierdoor komen op
sommige plaatsen de vogels zeer
geconcentreerd langs.
De trekpost bij Breskens is zo'n
plaats. Wanneer een warme zuidelijke
stroming gepaard gaat met een voor
namelijk oostelijke wind, worden veel
vogels naar de West-Europese kust
gestuwd. Omdat ze niet over zee dur
ven, blijven ze die kustlijn volgen, tot
dat ze zich vanaf Breskens weer meer
verspreiden over het Deltagebied.
Breskens is dus een zeer geschikte
plaats om nog geconcentreerde vogel
trek waar te nemen. Dit wordt dan ook
door veel vogelliefhebbers gedaan,
want naast de veelheid aan vogels is er
ook een grote verscheidenheid aan
vogels te zien, met de nodige zeld
zaamheden als gevolg.
Er is ook dit voorjaar weer ontzettend
veel geteld. Wanneer de omstandig
heden voor vogeltrek gunstig zijn (dus
warm weer, en oostenwind) staan er
soms tot 40 mensen op de dijk te kij
ken. Er komt dan geen vogel ongezien
langs. Omdat er zo veel geteld is, zijn
de meeste resultaten tot nu toe nog
niet helemaal verwerkt. Wel zijn een
aantal jongens van de Vogel werkgroep
Walcheren, te weten Pim Wolf en
Sander Lilypaly, druk bezig met de
verwerking van de gegevens met
behulp van de computer. Dit zal later
in verslagvorm verschijnen. Als ze
straks zijn 'bijgewerkt', zal het mak
kelijker zijn om allerlei getalletjes op
te vragen. Voorlopig moeten we het
doen met wat globale getallen.
Het algehele beeld is duidelijk: Het
aantal vogelsoorten breidt zich weer
uit, en voor veel soorten worden nieu
we records qua aantallen gebroken.
Voor sommige soorten werden nieuwe
dagrecords gevestigd. Zo werden er op
8 maait 65 Boomleeuweriken geteld,
op 9 maart 432 Grote Lijsters (in twee
uur tijd!), op 26 maart totaal 370
Kluten en op 10 mei maar liefst 3000
13