HEIDEMIJ LEVERT MET LANDSCHAPSPLAN WANPRESTATIE ■Y Sjaak Herman en Geertje van der Krogt, de vertegenwoordigers namens 't Duumpje in de begeleidingskommissie van het landschapsbeleidsplan voor het grondgebied van Sluis en Oostburg zijn zeer ontevreden over het uiteindelijke resultaat. Hetplan rammelt aan alle kanten, is niet op de streek toegesneden, het financiële hoofdstuk slaat nergens op en de inbreng van de begeleidings kommissie bleef onder de maat. Deleden van 't Duumpje luchten hun hart en geven mogelijkheden aan hoe het met het landschapsplan toch nog goed kan komen. De kritiek is niet mals op de Heidemij, die voor de gemeenten Sluis en Oostburg een landschapsbeleidsplan heeft opge steld. Toch waren de verwachtingen bij de start hooggespannen. Jammer natuurlijk dat de gemeente Aardenburg afhaakte, want een plan voor héél West Zeeuws-Vlaanderen was natuurlijk nog mooier geweest. Maar op het verzoek om in de begeleidingskommissie zitting te nemen werd gretig 'ja' gezegd door 't Duumpje. Per slot van rekening kan een landschapsbeleidsplan een belangrijke bijdrage leveren aan het verfraaien van het landschap. Maar dat niet alleen. Het landschap bestaat uit een heleboel ele menten, zoals bomen, struiken, mei doornhagen, erfbeplantingen, dijken, kreken, die allemaal met elkaar het land schap vormen. Niet als losstaande ele menten, maar als een levend landschap dat aan vele planten en dieren een leef wereld biedt. Soms zijn verbindingen verbroken. Voor vleermuizen bijvoor beeld, die 's nachts langs bomenrijen of watergangen trekken en open polders mijden. Boomkikkers, die niet meer van de ene put naar de andere kunnen trek ken, vlinders voor wie de afstand van de ene dijk naar de andere te groot is geworden. Naast een esthetische waar de vormen de verschillende landschaps elementen samen een leefwereld voor veel planten en dieren. Een landschapsbeleidsplan kan een vi sie geven op het vergroten van de esthe tische waarde van het landschap, het herstellen van een zogenaamde ekolo- gische infrastruktuur en wie daarin een taak heeft. Wat dat laatste betreft zijn de mogelijkheden van een gemeente be perkt en zal er dus bekeken moeten worden hoe anderen, zoals partikulieren, vrijwilligers en niet te vergeten de grootste beheerder van het buitengebied, het waterschap, daarbij ingeschakeld kunnen worden. Zo'n landschapsplan kan tevens dienen als een bouwsteen voor een landinrich- tingsplan. Met name de herinrichting 'Kust West Zeeuws-Vlaanderen' is een uitgelezen mogelijkheid om de ideëen te kunnen verwezenlijken. Dat in het kader van een landinrichtingsplan ook een landschapsplan wordt opgesteld is geen reden om het niet te doen. Per slot van rekening kan je al's gemeente zodoende met een eigen mening komen. Daarnaast zal het nog jaren duren voordat de landinrichtingsprojekten aan uitvoering toe zijn, en ondertussen kan er al van alles gedaan wórden. Dat is ondermeer vanuit rekreatief oogpunt geen overbodige luxe. De toeristen stellen een aantrekkelijk landschap zeer op prijs. Kortom, aan de slag was het motto van 't Duumpje bij de aanvang van het plan. Maar dat enthousiasme werd al snel ge temperd, vertelt Geertje van der Krogt. De Heidemij had twee mensen aan het werk gezet, die helemaal onafhankelijk van elkaar werkten. De één schreef een hoofdstuk over de knelpunten en de ander was al met de visie bezig. De past natuurlijk niet op elkaar, zodat het hele plan als loszand aan elkaar hangt. Een tweede probleem was dat de schrijvers de streek absoluut niet kenden. Er was ook geen tijd om die kennis op te doen. Dat had als resultaat dat er soms landschapselementen in het plan voor kwamen die hier helemaal niet zijn, zo als houtwallen, die je veel in de Achter hoek tegenkomt. Sjaak Herman vult aan: We hebben er alles aangedaan om ze er van te overtuigen dat het landschap uit meer bestaat dan bomen alleen, maar het mocht niet baten. We zijn er zelfs eens een hele middag voor naar Goes gegaan, maar uiteindelijk is toch het zwaartepunt bij de opgaande bomen ko men te liggen. West Zeeuws-Vlaande ren is veel meer: het is vooral een dijken en krekenlandschap met een enorme hoeveelheid aan kleine elementen zoals veedrinkputten, prachtige erfbeplantin gen e.d. Die zijn voor een belangrijk deel buiten beschouwing gebleven. Een gemiste kans. Geertje van der Krogt kan er niet over- uit dat alle energie tot niets heeft geleid: Het hele landschapsplan werd herleid tot de vraag 'waar zet ik een boom en waar niet', men had er geen notie van hoe het landschap hier in elkaar zit, polders, dijken, kreken en het duingebied, zo moeilijk is dat toch niet. Verder is er helemaal geen aandacht be steed aan wie ingeschakeld kan worden bij het onderhoud, de ideëen die bijvoor beeld bij het waterschap leven over het milieuvriendelijk inrichten van oevers, of de plannen die in de verschillende landinrichtingsprojekten zijn ontwik keld. Uiteindelijk is er een financiële para graaf aan het plan toegevoegd, dat kant noch wal raakt. Voor het onderhoud van de bomen wordt 20 gulden per jaar opgevoerd. Belachelijk, vindt Geertje van der Krogt, dan zou het planten van een populier nooit geen geld opleveren, want een eenvoudig rekensommetje leert het volgende: een populier is na 30 jaar kaprijp. Dat zou betekenen dat zo'n boom aan onderhoud 30x20 gulden is 600 gulden kost, terwijl een populier hooguit 100 gulden opbrengt. Wie zou daar ooit aan beginnen? Waar die cijfers vandaan komen, mag Joost weten. Staatsbosbeheer rekent er op datje met

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1992 | | pagina 11