"V
ONTWIKKELINGEN
3
kele kenmerkende plantesoorten, zoals
valse salie, maarts viooltje, smalle en
brede stekelvaren en gewone eikvaren.
De afwisseling van graslandjes, bosjes,
heggen, wallen en struwelen heeft zijn
weerslag op de fauna van het zandge
bied. Alhoewel de oorspronkelijke soor
tenrijkdom sterk is teruggelopen komen
hier nog enkele, landelijk gezien zeldza
me vogelsoorten voor als steenuil, rood-
borsttapuit, kwartel en patrijs. De geel-
gors is recentelijk uit het gebied verdwe
nen.
Het zandgebied is ook voor zoogdieren
van belang. Naast vleermuizen komen
hier twee in Nederland zeldzame muize-
soorten voor, nl. de ondergrondse woel-
muis en de veldspitsmuis.
De dekzandrug is van belang voor de
boomkikker. De drinkputten worden
ook door andere amfibiën zoals de kam-
salamander gebruikt. Gezien de zeld
zaamheid van de boomkikker in Neder
land, de achteruitgang van populaties in
Noordwest Europa en de bijzondere po
sitie van de boomkikker als representant
van het kleinschalige kuituurlandschap,
neemt de populatie van 'Aardenburg'
nationaal en internationaal een belang
rijke plaats in.
De dijken vormen een netwerk van over
wegend grazige elementen in het land
schap. Ze zijn met name van belang voor
soorten van droge milieus. Dit komt tot
uiting in de graslandvegetaties die op
veel dijken worden aangetroffen. Deze
herbergen een groot aantal minder alge
mene en zeldzame soorten. Vooral op de
niet beplante dijken vinden we nog
bloemrijke graslandvegetaties met soor
ten als gewone agrimonie, knoopkruid,
pastinaak en Sint Janskruid.
Omdat de dijken in het gekultiveerde
land vaak de enige terreinen zijn waar
dieren beschutting vinden, fungeren ze
als vluchtplaats en verbindingszone.
Voor soorten als boomkikker, onder
grondse woelmuis, diverse soorten
zangvogels, vleermuizen en dagvlinders
zijn de dijken van belang voor de migra
tie.
De laatste decennia heeft het grondge
bruik een aantal veranderingen onder
gaan met grote gevolgen voor natuur en
landschap. Van belang zijn met name:
- intensivering van de landbouw, met een
toename van akkerbouw en intensieve
veehouderij in het zandgebied;
- toename van de bebouwingsdichtheid;
- uitbreiding van het wegennet;
- toename van het rekreatief medegebruik
Ook wordt het gebied in toenemende
mate met milieuproblemen gekonfron-
teerd. Het gaat dan vooral om de aan
voer van potentieel verzurende stoffen uit
o5
8
Cd
o
O
E