POLDER BOSSEN IN DE V Stel je eens voor. Het waterpeil wordt herzien door het water schap. Vooral in de winter wordt een hoger waterpeil nagestreefd. In de kreken staat het water tot ver buiten de oevers, het wemelt er van de watervogels. Jachthutten zijn onbereikbaar geworden. En als het gaat vriezen is er volop ruimte om te schaatsen. TOEKOMST ONTSTAAN MOBILITEIT 14 Een landschap met aan de horizon dijkjes, knotbomen, een kerktoren. En als na de winter de temperatuur gaat stijgen is de lucht gevuld met buitelende kieviten. Samen met de kluten en kemp hanen vinden ze zoveel eten dat ze be sluiten te blijven. Slootranden zijn hel dergeel gevlekt van de bloeiende dotters en de wei is paars gespikkeld van de pinksterbloemen. Otters hoppen van de Baarzandse naar de Nieuwkerksekreek. In de veedrinkputten krioelt het van de amfibiën en 's nachts is overal het ge kwek van de boomkikkers te horen. Op de wat meer beschutte plaatsen is het mikroklimaat zijn tijd vooruit en vinden vooijaarsbloeiers en ook vlinders, insek- ten, patrijzen en vleermuizen. Dit is de toekomst van Zeeland, zoals die in de beleidsnota's wordt nage streefd. In bijvoorbeeld het Natuurbe leidsplan wordt een toekomst ge-schetst met een waterrijk natuurleven, geënt op de realiteit van het kust- en polderland schap. Het grootste deel van het huidige West- zeeuwsvlaamse landschap is het resul taat van de strijd tussen mens en zee. Eeuwenlang en nog eigenlijk. Polders werden geleidelijk op de zee gewonnen door de aanleg van dijkjes. Kreken en laagten herinneren aan wat er was. Soms moesten weer stukjes van het gewonnen land worden prijs gegeven. Door een inbraak van de zee of door oorlogshan delingen zijn hier en daar putten van tientallen meters doorsnee in het land schap achtergebleven. Overal in het landschap zijn nog herkenbare elemen ten van de zilte invloed te zien. Planten die kenmerkend zijn voor de aanwezig heid van zoute bodems treffen we langs de meeste kreken aan. In de loop der eeuwen is in de polders een levensge meenschap ontstaan die is aangepast aan een milieu wat dan weer nat en dan weer droog was, dan weer zout en dan weer brak en afwisselend onbegroeid was of met planten die de ene keer een horizontale en de andere keer een verti- kale struktuur vormden. Onvoorspel baar en tijdelijk, altijd onbeschut. Een milieutype, dat qua ekologische inhoud een plaats inneemt in het gradiënt tussen het dynamische strandmilieu enerzijds en het stabiele bosmilieu anderzijds. De mens heeft het mikroklimaat in gun stige zin beïnvloed door het opwerpen van dijkjes, vliedbergen, fortifikaties, waardoor ook minder taaie planten en dieren levenskansen kregen. Anderzijds voegden we een dynamisch element toe. Periodiek werden bomen en hagen te ruggezet. Overal, maar niet gelijktijdig. Planten en dieren kregen de gelegenheid uit te wijken. Zandwinning op het land was de oorzaak van seizoensgebonden inundaties. Organismen die voor korte tijd op het water waren aangewezen konder er hun voordeel mee doen. Bij gebrek aan wilde hoefdieren zorgden schapen en rundvee voor het open hou den van het landschap. Voor het verza melen van wintervoer werd pleksgewijs gehooid. Een kultuurlijke dynamiek. In het kader van de uitwerking van het streekplan voor het kustgebied van West Zeeuws Vlaanderen is er een diskussie ontstaan over de wenselijkheid van bos in onze streek. De streekplanuitwerking voorziet in enkele honderden hek- tares bos. De landbouw verzet zich fel tegen het bos. Ten onrechte wordt daarvoor goede landbouw grond ingeleverd, vinden ze. Ook in natuurbeschermingskring is een diskussie gestart over bos in Zeeuws Vlaanderen. Lucien Calle van de bomenwerkgroep opende de diskussie met het artikel over de mogelijkheden voor natuurbos in het vorige nummer van ons tijd schrift. René Beijersbergen heeft een wat andere kijk op de zaak. Hij houdt een pleidooi voor het open polderlandschap. In de planologie werkgroep van 't Duumpje is het thema bos ook al aan de orde geweest. Lucien Calle heeft daar zijn standpunt nog eens uiteengezet. Vooralsnog is er bin nen 't Duumpje geen eenduidig standpunt. Kortom, de diskussie is nog gaande en elke bijdrage daar aan is welkom.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1990 | | pagina 20