RUIGE DWERGVLEER MUIS ROSSE VLEERMUIS WATERVLEERMUIS GROOTOORVLEERMUIS BAARD VLEERMUIS Figuur 4. Trekgedrag vleermuizen: het profiel van het landschap wordt nauwkeurig gevolgd. Alleen in Oostburg werden routes ge vonden die door meerdere dieren ge bruikt werden. Een route loopt door het dorp naar de stadswal, waar een groep van 3-6 dieren jaagt en daarna door vliegt in zuidoostelijke richting. Een andere route loopt door het dorp recht naar het Grote gat, vanwaar dieren waarschijnlijk doortrekken naar de Pla te, langs dezelfde route als de dwerg vleermuizen. Bij vrijwel alle waarne mingen van trekkende dieren vertoon den ze een zeer opvallend gedrag, waar bij ze het profiel van het landschap, ook in het dorp, nauwkeurig volgden. Hoewel ik hulp kreeg lukte het pas na lang volhouden een verblijfplaats van meervleermuizen in Oostburg te vinden. Op 11-8 vond ik, samen met Leo en Christien D'Hoore, aan de achterzijde van een gebouw in het centrum de plaats waar een groep verbleef. Tussen 21.50 en 22.15 u. telden we 16 uitvliegers. Op 17-8 was deze plaats echter alweer ver laten. Waarschijnlijk jagen er tussen de 20 en 30 meervlëermuizen in het gebied. Op 29 plaatsen werden jagende ruige dwergvleermuizen waargenomen. Daarvan vlogen er 18 bij water, 19 bij beplanting (10 bij beide), 2 boven open terrein bij een lantaarnpaal. Ook bij deze soort is de grote spreiding over het gebied opvallend. Doordat er nooit concentraties of trek kende dieren van deze soort zijn waar genomen is de aanwezigheid van een kolonie onwaarschijnlijk. Mogelijk be treft het uitsluitend mannelijke dieren. Op basis van de bat-detector waarne mingen is het in het gebied aanwezige aantal dieren te schatten op 15-20 exem plaren. Zoals eerder is vermeld, is door de bij deze inventarisatie gebruikte methode de rosse vleermuis op zijnjachtplaatsen waarschijnlijk grotendeels over het hoofd gezien. Hoewel de rosse vleermuis bekend staat als een soort die, voor wat de trekroutes betreft, vrijwel geen binding heeft met landschapselementen, bleken de lange populierenlanen in dit gebied tijdens de ochtend-trek een duidelijk sturende functie te vervullen. Uit de richting van Sluis en van Heille trokken dieren hier langs naar de Elderschans. Hier werd ook een kolonieboom gevonden. Doordat de waarnemingen van jagende dieren hoogst waarschijnlijk onvolledig zijn, is het aantal van het gebied gebruik makende exemplaren niet te schatten. Zeker is dat van de kolonie op de Elder schans een groot deel niet in het gebied jaagt. Binnen de grenzen va het inventarisatie- gebied zijn jagende watervleermuizen alleen waargenomen op de Elderschans. Van de kolonie die zich daar bevond jagen de dieren waarschijnlijk voorna melijk boven de Stierskreek. Boven het Leopoldskanaal bij St. Lau- reins werden ook jagende watervleer muizen waargenomen. Op de Elderschans werden tenminste drie bomen door waarschijnlijk één kolonie watervleermuizen gebruikt. Met uitzondering van deze kolonie ko men er waarschijnlijk geen watervleer muizen binnen de grenzen van het ruil- verkavelingsgebied. Van de gewone en de grijze grootoor zijn nog geen onderscheidskenmerken aan de hand van het geluid bekend. Van beide soorten is het voorkomen in West Zeeuws-Vlaanderen bekend. Grootoren zijn moeilijk met een bat detector te inventariseren, doordat het geluid dat ze in de regel maken pas op een afstand van enkele meters te ont vangen is. Bij deze inventarisatie zijn alleen incidenteel waarnemingen ge daan. Alle gevonden jachtplaatsen liggen be schut: in bos (Elderschans en de Plate), in de bebouwde kom (Oostburg) en bij beplanting langs water (Passageule bij Waterlandkerkje). Er zijn geen trekkende dieren waargeno men, wellicht vanwege het zachte geluid dat grootoren maken. Op de ochtend van 16-6 zag ik bij de St. Baafskerk in Aardenburg een groot oor invliegen. In het populierenbos op de Plate werd twee maal een grootoor ge hoord. Een groot deel van de bomen is dood en een aantal waarschijnlijk hol, zodat een solitair dier of een kleine kolo nie hier gevestigd kan zijn geweest. Het is niet mogelijk op basis van deze gegevens het aantal in het gebied voor komende exemplaren te schatten. Van de baard- en de brandt's vleermuis zijn (nog) geen onderscheidskenmerken aan de hand van het geluid bekend. Uit West Zeeuws-Vlaanderen zijn alleen waarnemingen bekend die betrekking kunnen hebben op beide soorten. Bij deze inventarisatie werd het buiten het gebied, bij Sluis, een jagende baard- vleermuis gehoord.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1990 | | pagina 9