GRENZEN AAN DE REKREATIEGROEI Van gemeente bestuur tot proj ektontwikkelaar De plaatselijke eigenheid versterken Hoogbouw voegt niks toe Het was weer druk deze zomer. Ze komen vroeger, gaan later weg en waren met meer dan ooit. Het toerisme heeft deze zomer weer heel wat stof doen opwaaien. Gedeputeerde de Voogd vindt het te druk geworden, veel Zeeuwen vinden Zeeland vol in de zomer, zoals bleek uit een enquete van de P.Z.C. En wat doen we in West Zeeuws Vlaanderen? Burgemeester Kruize vindt de opschudding over de vakantiedrukte misplaatst. De gemeente Sluis wil na 3 nieuwe kampings ten noorden van Retranchement ook nog maar even een nieuw vakantiedorp in de Verschepolder. Binnenkort beslist de gemeenteraad van Oostburg over de hoogbouwplannen langs de kust. De visie van Eric Weterings zoals hieronder weergegeven, is zodoende uiterst aktueel en hopelijk niet aan dovemansoren besteed. West Zeeuws Vlaanderen, land van kleine polders, binnendijkjes en kreken, afgeschermd van de zee door een zacht golvende duinenrij en overal waar je kijkt, vindje ruimte en rust. Eigenschap pen die niet alleen de West Zeeuws Vlaming aanspreken, maar ook de groep toeristen die hier z'n vakantie komt doorbrengen. Dat is inmiddels duidelijk vastgesteld door verscheidene onder zoeken onder deze rekreanten. De toeristen zijn bij ons van harte wel kom, met het economische belang van de rekreatiesektor voor onze streek moet zeker genoeg rekening gehouden wor den. Maar er kunnen bepaalde grenzen overschreden worden. Het zou te ver gaan, als onze streek alleen nog door het bestaan ging als rekreatiepark! Als een schaduw van Slagharen of Torremoli- nos. En dat is wel waar een ongebrei delde hoogbouw langs de kustrand, met daarachter vakantiepark-ghetto's, uit eindelijk toe kunnen leiden. Dat zal er van komen wanneer landelijkheid en rust, die altijd zo karakteristiek waren voor West Zeeuws Vlaanderen, opge offerd gaan worden aan de uitbreidings- honger van de particuliere investeer ders. Het gemeentebestuur van Oostburg lijkt op hol geslagen te zijn met haar preten tieuze ontwikkelingsplannen voor onze streek. In plaats van een draagvlak waar menselijke en landschapswaarden in harmonie samengaan, wordt West Zeeuws Vlaanderen door het bestuur eerder als produkt, als een economisch artikel, gezien. De projektontwikkelaars kunnen hiermee uitstekend uit de voeten en vullen dit beeld gretig aan met de meest bizarre luchtkastelen. Als hieraan geen paal en perk wordt gesteld, dan betekent dit de nekslag voor het karakteristieke West Zeeuws Vlaanderen zoals wij het kenden. Het fraaie duinlandschap zal worden omge bouwd tot een sky-line als in Knokke of Benidorm, die tot ver over de polders haar schaduw zal werpen. He t landelijk karakter van de streek zal onder zware druk komen te staan. En daarmee is niemand gebaat. Wij niet en ook de toerist niet, die hier toch bovenal komt om te genieten van het strand, het land schap, de rustende bevolking. Dat is niet alleen ónze mening. Kort geleden stond in alle landelijke dagbladen te lezen dat ook de experts op toeristiek gebied die mening delen. Het NRIT (Nederlands Research Insti tuut voor Toerisme) stelt in haar nieuw ste rapport over het kusttoerisme dat het hoog tijd wordt dat de Nederlandse bad plaatsen hun eigen karakter weer gaan propageren. Volgens NRIT-onderzoe- ker drs. P.H. Kersten worden de elk- weer-akkomodaties en de tropische zwembaden al overal gebouwd: "In alle ons omringende landen ont staan een zelfde soort projekten. In Ne derland gebeurt dat ook. Maar dacht je nu echt dat de Duitser voor het tropisch zwembad kwam? Juist het strand is een elk-weer-accomodatie bij uitstek. Die mensen komen hier om een frisse neus te halen, want anders gingen ze wel naar Benidorm". Deze konstatering van een expert op het gebied van toerisme laat weinig over van de vage hoop die de WD koestert, dat er "misschien" een nieuw marktsegment aangeboord wordt, "als je met hoog bouw de toerist over duin of dijk laat kijken". Als mensen daarvan zo graag willen genieten, dan willen ze heus wel even dat kleine stukje naar de duin-top of het strand gaan lopen. Maar de slechtste motivatie voor hoog bouw is nog wel de persoonlijke trots van beleidsmensen op het feit dat iedereen een hoog-in-de-lucht-priemend gebouw 'weet te staan'. Wij geloven niet dat daarmee de behoeften van de politieke achterband in goed beleid vertaald wordt. De West Zeeuws Vlaming zit niet te wachten op hoogbouw, evenmin als de West Zeeuws Vlaamse rekreant. Want VAN HOOGBOUW KOMT VERVAL van ons mooie West Zeeuws Vlaamse land. 2

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1990 | | pagina 4