N atuurontwikkeling
plaatsen waar in het kader van reeds ge
plande werken toch al werkzaamheden
plaatsvinden. Het is daarbij relatief sim
pel het een en ander te kombineren.
In het Natuurbeleidsplan van het Minis
terie van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij (1989) worden de duinen gere
kend tot de ekologische hoofdstruktuur
van Nederland. De duinen zelf als kern
gebied, de binnenduinrand als ontwikke
lingsgebied. Behalve de vergroting van
de wettelijke bescherming van het kust
gebied en het realiseren van grote be-
heerseenheden, noemt men vier projek-
ten die moeten bijdragen aan de verster
king van de natuurwaarden van de dui
nen.
Deze projekten zijn:
- sluftervorming
Er zal worden onderzocht welke moge
lijkheden er in Nederland zijn om sluf
ters te laten ontstaan. Men wil, met in
achtneming van de veiligheidsnormen
met betrekking tot de kustverdediging,
een meer dynamisch kustgebied kreëren
2. regeneratie natte duinvalleien
Uitgaande van de wenselijkheid natte
duinvalleien te regenereren, zal worden
nagegaan welke gebieden het meest in
aanmerking komen voor herstel van de
natuurlijke hydrologie en welke maatre
gelen hiervoor noodzakelijk zijn. Waar
mogelijk moet de waterwinning worden
teruggedrongen.
3. verstuiving
Vergroting van de natuurwaarden van de
duinen door de kenmerkende dynamiek
van verstuiving plaatselijk toe te laten.
In dit projekt worden de mogelijkheden
nagegaan en zullen experimenten wor
den uitgevoerd. Eén en ander moet lei
den tot aanbevelingen voor een natuur
lijk duinbeheer.
4. binnenduinrand
In het Natuurbeleidsplan wordt gespro
ken over 'zeer goede mogelijkheden voor
natuur- en landschapsontwikkeling' in
de binnenduinrand. Door natuurgerich-
te landinrichting, aankoop van gronden
en het koppelen aan andere funkties zou
de natuurlijke zonering van zee naar bin
nenland kunnen worden hersteld.
Ook de in 1989 door Rijkswaterstaat als
diskussiestuk gepresenteerde Kustnota
wordt al met de natuurwaarde van de
duinen rekening gehouden.
Het beheer van partikuliere natuurter
reinen komt nog in onvoldoende mate
van de grond. Bezien moet worden of de
Stichting Landschapsverzorging Zee
land niet meer dan nu het geval is, kan
worden ingeschakeld bij het onderhoud
van kleinschalige duinelementen. Daar
bij valt te denken aan vochtige duinval
leien. Want alhoewel natuurbeheer voor
alle duingebieden van belang is, vragen
enkele specifieke lokaties toch om extra
aandacht.
In deze tijd waarin de zeespiegel rijst en
de bodem daalt, versterkt door het broei-
kaseffekt, zijn aangroeikusten zeldzaam
geworden. De paar aangroeikusten die
Nederland nog kent, staan onder sterke
rekreatieve druk. Hoewel de beheerder
zich meer dan ooit bewust is van de
noodzaak zorgvuldig met de kust om te
springen, weet hij tegelijkertijd vaak niet
hoe. Een goed beheersplan, dat beteuge
lend optreedt ten aanzien van rekreatie
en dat mede een opzet bevat op welke
manier de geomorfologische ontwikke
lingen kunnen worden begeleid, is drin
gend gewenst.
Dat geldt in Zeeland voor de Buiten
verklikker op Schouwen, de Kamper-
landse duintjes op Noord-Beveland,
Breezand en ook voor de Verdronken
Zwarte polder. Hier ontstaat op het
strand een bijzonder aardige achterduin-
se strandvlakte, die nu onder de voet
wordt gelopen. De aanwijzing als be
schermd natuurmonument blijkt helaas
geen garantie voor een goed beheer. De
manier waarop de Zwinvlakte, onze zui
delijkste slufter, wordt béheerd, is teke
nend voor de huidige mentaliteit ten
opzichte van een waardevol kustland
schap. Aan die bescherming wordt na
melijk helemaal geen inhoud gegeven.
Kortom, lijken op papier onze aangroei
kusten aardig beschermd en in goede
handen, in de praktijk valt er nog heel
wat te verbeteren.
Belangrijk met betrekking tot het benut
ten van de mogelijkheden van een ero-
sieve zeereep is de maatschappelijke ak-
septatie dat het overgangsgebied waai
de zee af en toe kan komen geen 'land-
verlies' betekent of ekologisch als verlo
ren moet worden beschouwd. Men moet
dit juist zien als een waardevolle ver
rijking van het kustlandschap. Het is mo
gelijk om met inachtneming van de vei-
ligheidsaspekten de kansen bij een ero-
sieve kust te benutten, met in principe
dezelfde natuurontwikkeling als bij een
aangroeikust. Voor de Zeeuwse kust kan
worden gedacht aan een inbraak in de
zeereep op Schouwen, waardoor een
achterliggende uitblazingsvallef perio
diek in kontakt komt met eb en vloed.
- Duin Cadzand-Bad
Dit duingebied bestaat uit een smalle
duinregel. Over vrijwel de gehele lengte
is het duin onlangs versterkt. Bijna over
al is helm ingeplant. Op sommige plaat
sen is achter het duin een strook stru
weel aanwezig. Met name ter hoogte van
Boulevard de Wielingen wordt onoor
deelkundig gekapt. Vermoedelijk ge
beurt dit weldoordacht om spekulatieve
redenen. De gemeente Oostburg heeft
voor deze strook een voorbereidinesbe-
sluit genomen, met daaraan gekoppeld
een aanlegvergunningenstelsel.
De Vlamingpolder kent nog enkele per
celen vroongrasland, die door hun zan
dige ondergrond een grote botanische
waarde hebben. De graslanden verdie
nen een beschermde status. De drink
putten voor het vee in deze weilanden
zijn belangrijke voortplantingsplaatsen
van de zeldzame boomkikker.
Het verdient aanbeveling dat de ge
meente Oostburg het voorbereidingsbe-
sluit op de kortst mogelijke termijn om
zet in een definitieve planologische
bescherming van de natuurwaarden.
Ook een betere planologische bescher
ming van de percelen in de Vlamingpol
der is dringend gewenst.
Bekeken vanuit natuuroogpunt behoeft
het beheer van het duingebied verbete
ring. Dit kan gebeuren aan de hand van
een beheersplan. Ook een meer op de
natuur gericht beheer van de percelen
grasland is gewenst. Voral de aanleg van
meer drinkputten kan de kwetsbare po
pulatie boomkikkers ten goede komen.
De aanleg van een parkeerterrein in de
Vlamingpolder is strijdig met de natuur
waarden.
- Zwinduin
Voor het Zwin ligt een duinenrij. Vooral
op Nederlands grondgebied vindt er ten
zuiden van de duinenrij spontane duin
vorming plaats. Al eeuwen is verzanding
in het Zwin een bekend verschijnsel, de
laatste jaren echter in een steeds hoger
tempo. Vermoedelijk is de aanleg van
enkele kilometers lange strekdammen
ter hoogte van Zeebrugge en de daarmee
gepaard gaande veranderingen in het
stroompatroon langs de kust daarvan de
oorzaak. Het strand bij Knokke spoelt
weg. Dit wordt gekompenseerd door
strandsuppleties, die ook weer wegspoe
len en deels in het Zwin belanden. In de
winter 89/90 is de Zwingeul verdiept. In
de monding van de geul is een zandvang
aangelegd in de vorm van een diepe put.
Het vrijkomende zand werd ten dele ge
bruikt voor het maken van een strand-
haak.
In principe is deze operatie uitgevoerd
als proef. Aan de hand van de opgedane
ervaring zal een besluit worden geno
men over de toekomst van het gebied.
Uitgangspunt behoort daarbij te zijn dat
de dynamiek van het kustmilieu ter
plaatse zoveel mogelijk gehandhaafd
blijft. In zijn algemeenheid geldt voor het
Zwin dat een aan wij zing in het kader van
de Natuurbeschermingswet een extra
garantie biedt voor een verstandig ge
bruik van dit waardevolle natuurgebied.
TO