STEENUILEN GEZOCHT Men krijgt ze niet zo vaak te zien, maar als men er eenmaal één weet te vinden, dan is het mogelijk ze dag in dag uit op hun vaste plekje aan te treffen. Steen uilen, we noemen ze in West Zeeuws Vlaanderen ook wel "poepuultjes" weten zich overdag goed te verbergen, bij voorkeur in knotwilgen en hoogstam- fruitbomen. Echter ook konijnepijpen, houtstapels, gebinten van schuren en zelfs puinopslag kunnen hun woning vormen als het oorspronkelijk hroedhin- toop geweld wordt aangedaan. Regel matig broeden ze tegenwoordig ook in speciaal hiervoor gekonstrueerde nest kasten. Steenuiltjes zijn standvogels, dat wil zeggen dat ze het hele jaar door binnen een zelfde gebied wonen. In dit gebied broeden en overwinteren ze. Na de broedtijd blijven de jongen nog enige tijd in de buurt van de ouders, maar na ver loop van tijd jagen deze hun kroost het territorium uit. De jongen vestigen zich meestal in de buurt. Ringonderzoek in Oost Zeeuws Vlaan deren toonde aan dat 70% van de jon gen al stierf voordat ze een jaar oud wa ren. De belangrijkste doodsoorzaak is het wegverkeer. Het voedsel van steenuilen bestaatvoor- al uit ongewervelde dieren (zoals regen wormen, kevers en zelfs oorwormen) en kleine zoogdieren zoals muizen en mol len, waarbij woelmuizen in Zeeuws Vlaanderen de hoofdmoot vormen. De ze worden vooral in de ochtend- en avondschemering gevangen. Op de hogere gronden van Nederland en met name in het rivierengebied en Lim burg is deze soort een algemene broed- vogel. In Zeeland komt de vogel eigen lijk alleen in Zeeuws Vlaanderen en in sommige delen van Zuid-Beveland re gelmatig voor. Walcheren bijvoorbeeld, telt maar enkele paartjes. In 1977 werd het totale broedbestand voor West Zeeuws Vlaanderen op onge veer 150 tot 200 paar geschat. Daarna is zoals op zoveel andere plaatsen in Nederland de soort langzaam maar ze ker achteruit gegaan. Een goede verge lijkbare inventarisatie van geheel West Zeeuws Vlaanderen ontbreekt echter momenteel. Hoe staat de steenuil anno 1990 er voor in het Landje van Cadzand en omstre ken? Op deze vraag zal de vogelwerk groep van het Duumpje in het voorjaar en in de zomer van 1990 hopelijk in samenwerking met alle lezers het ant woord proberen te geven. In maart en april zullen de vaste leden van de werkgroep in de nachtelijke uren op pad gaan met hun cassette-recorder, waarmee ze op gezette tijden het geluid van de steenuil zullen afdraaien. Poe- oep, poe-oep.Wanneer men dit doet in de buurt van het territorium van een Poe-oepuil (vandaar de naam!!), dan zal deze zeker laten horen dat men zich in zijn territorium bevindt. Op deze wijze zal men vele avonden op pad zijn om alle mogelijke plekken waar steenuilen kunnen broeden met het ge luid af te zoeken op de aanwezigheid van deze kenmerkende bewoner van de voor onze streek zo gezichtsbepalende knot- bomen. Echter., lang niet elke avond roepen steenuilen fanatiek terug en som mige avonden lijkt het wel of er geen en kele steenuil in Zeeuws Vlaanderen voorkomt. Bovendien is de streek veel groter dan het lijkt, wanneer men konti- nu moet stilstaan om het bandje weer enkele sekonden af te draaien. Het zou dan ook een illusie zijn te beden ken, dat deze 10-15 mensen alle steenui len zouden kunnen opsporen in hun vrije avonduren. En daar komt u als lezer in beeld. De vogelwerkgroep roept uw hulp in om alle waarnemingen van steenui len, die u ziet of hoort in 1990 aan hen door te geven. Op deze wijze hopen zij dat er een zo volledig mogelijk beeld ont staat van "Athene noctua" (de nachtvo gel gewijd aan de godin van de wijsheid, Athene), zoals de wetenschappelijke naam luidt. Uw aanvaullende waarnemingen wor- denmet spanning afgewacht door de groep van "steenuilentousiastelingen". U kunt uw waarnemingen telefonisch of schriftelijk melden bij: Eric Marteijn, De Schans 15-35, 8231 KJ Lelystad (03200-49460), Lucien Boeijan, Tra- gelsingel 20, 4501 EE Oostburg (01170-3678) of Petrus van 't Westein de, 't Heem 18, 4511 PL Breskens (01172-3256). Een overzicht van de resultaten zal na afloop van het broedseizoen behalve in dit tijdschrift ook verschijnen in hét Ad- dertentieblad. Alle mensen, die hun me dewerking hebben verleend zullen wor den vermeld. Namens de vogel werkgroep van 't Duumpje, Eric Marteijn. P.S. De fraaie tekening werd vervaar digd door Etienne de Meijer. 1 3

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1990 | | pagina 15