V Beschrijving Praktijkvoorbeeld Landelijke kustnota De totale kust waarvoor het waterschap het Vrije van Sluis verantwoordelijk is, heeft een lengte van 30 kilometer. Hier van ligt 14 kilometer ten oosten van Breskens. De zeewering wordt hier ge vormd door zeedijken met vaak een ver dedigd buitenbeloop tot de ontwerp-wa- terstand van NAP plus 5.60 meter. Het kustvak, dat loopt tot het industrie- komplex van de DOW, kent soms uitge breide schorgebieden, soms wat smalle re slikken zonder enige begroeiing, maar steeds de snelstromende getijgeul ergens voorlangs de kust. De dijken zijn tussen 1966 en 1978 op deltasterkte gebracht, veelal volgens vrij eenzijdige methodes. Aan de zeezijde bestaat de dijk bijna altijd uit eennatuursteenglooiing op de scheiding met het voorland, met daarbo ven een buitenbeloop en een berm van betonblokken. Het bovenste buitenbe loop, de kruin en de binnenberm worden over het algemeen met schapen beweid. Aileen ten oosten van Nummer Een, waar ten gevolge van het gevaar voor dijkvallen de deltadijk een 100-tal me ters is terug getrokken, werd een min der strak tracé van de zeewering ontwor pen. Er werd een voorland ontworpen en opgespoten met zand. Dit kunstmatig schor wordt verdedigd met de nog aan wezige natuursteenglooiing van de oude zeedijk. Dat is nodig gezien de ligging van dit voorland ten opzichte van de bin nenvallende golven. De verdediging van het andere kustge- deelte aan de Noordzee is een wat geprononceerder geheel. Tussen Bres kens en Cadzand ligt in toaal 16 kilo meter kust. Het toeristies medegebruik van de kust is duidelijk aanwezig. Voor het op deltasterkte brengen van deze zeewering volstaat dus niet alleen de wa terbouwkundige invalshoek. Met het oog hierop deed de gemeentelijke in breng in 1984 z'n intrede. Tussen Kruis- hoofd en Nieuwe Sluis werden aan het binnentalud rekreatiestroken ingercht. En, vooruitlopend op landelijk beleid, werd een proefprojekt uitgevoerd door de aanleg van een strandsuppletie te Cadzand. Wat waren de ingrediënten voor dit proefprojekt. Het waterschap was bezig met een re- konstruktieplan voor de totale strand- verdediging tussen Breskens en Cad zand. Om de strandhoofden goed te la ten funktioneren is het nodig dat er naast normale onderhoudswerkenook van tijd tot tijd grotere opknapbeurten worden uitgevoerd. Meestal wordt bij die gele genheid ook ingespeeld op gewijzigde strandliggingen als gevolg van kustero- sie. Een zandgolf wandelt namelijk steeds langs de kust en heeft daarbij naast gevolgen voor de duinvoeten en dijktenen ook konsekwenties voor de flanken van de strandhoofden. Daarnaast had de verenigde regio een vriendelijke brief geschreven naar de mi nister van Verkeer en Waterstaat waarin de angst werd uitgesproken dat de re- kreatieve funktie van de kust dreigde te verzanden door kusterosie. Bij Cad- zand-Bad was de toestand in 10 jaar allerberoerdst geworden. Juist in deze periode stak het ministerie van Ekono- miese Zaken geld in het oppoetsen van de Boulevard de Wielingen in Cadzand- Bad. Gestimuleerd door dit initiatief deden diverse ondernemers aan de kust een aantal aanzien lijke investeringen in de rekreatieve sfeer. Echter wel alle maal gebaseerd op een breed strand! Daarnaast was er ook nog een Deltawet, die de bestaande zeewering voor Cad zand duidelijk te zwak achtte, dus ook hier moest iets aan gebeuren. Nu kon elke overheid apart proberen aan de ge noemde problemen iets te gaan doen en dat was waarschijnlijk ook wel gelukt. Maar dat had de volgende konsekwen ties gehad: 1Cadzand-Bad zou een kanjer van een dijk krijgen binnen 1,5 jaar, met een in vestering van 9 miljoen. 2. De strandhoofden zouden binnen 15 jaar gerenoveerd moeten worden, een investering van 2,5 miljoen. Na uitvoering van deze werken zou de waterkering bij Cadzand gevormd worden door een dijk met een harde steenglooiing en brede stenen strand hoofden. Op het strand zou amper ruim te overblijven voor de rekreatie. Bo vendien zou in 1990 weer een verhoging van de zeedijk aan de orde zijn, zodat de badplaats weer geplaagd zou worden door veel ongemak. Het kon dus ook anders.... Uitgaande van een minimaal te garan deren strandligging anno 1985 zou de zeewering met geringere afmetingen kunnen worden ontworpen. Hier stond een bedrag van 1 miljoen tegenover. Niet of veel minder rekonstrueren van strandhoofden leverde over dezelfde termijn gezien 2.55 miljoen op. Deze bedragen bijelkaar konden al borg staan voor een redelijke strandsuppletie, nu de "uitbater", in dit geval de gemeente Oostburg nog! Na ampel overleg kwam ook deze financieel met 250.000 over de brug, hoewel de wethouder openbare werken liever over een kwart miljoen sprak! Niet alle registers waren nog geopend. Ook de provincie Zeeland en de inspek- teur Openlucht Rekreatie deden een "duit in het zakje". Tochwaren deze ge zamenlijke donaties niet voldoende om op basis van de kostenraming de strand suppletie volledig te financieren. Er bleef een "gat", altijd een angstig onder werp in subsidie besprekingen. Nadere verkenning van dit "gat" bij de hoofddi- rektie van de Waterstaat in Den Haag bood enig perspektief, want de de Wet op de Waterkering stond in de startblok ken. Deze wet voorziet in een benade ring van de waterkering, waarbij ook andere funkties worden meegenomen. Toch moesten nog enkele problemen worden opgelost. Naast principiële twij fels bij de Rijksoverheid was er ook nog een financieringstekort. Toen bleek, dat waterschap en gemeente bereid waren om het bedrag voor te financieren en de uiteindelijke prijsvergelijking met enig aanbestedingsvoordeel ten opzichte van de raming duidelijk werd, kwam uitein delijk de definitieve goedkeuring van dit projekt. Is het misschien in de 19e eeuw ergens met immense inspanningen ge lukt om een polder voor inundatie te bewaren, soortgelijke inspanning leidde in dit geval tot een projekt, wat eerst een droom leek.... Wist nu iedereen om te gaan met dit rollenpatroon? De partners in het over legorgaan welEn de streek dan. Die ook wel, getuige de opmerking van een plaat selijk bestuurder bij de voltooiing van het spuitwerk:" 't Is simpel, vroeger lag er ook al zand". Laatstgenoemd projekt geeft duidelijk de in de toekomst te bewandelen weg en procedure aan. Wat dat betreft zal er voor dit gewest niet veel nieuws onder de zon zijn. In het begin van dit betoog kwam evenwel de specifieke opbouw van de Zeeuwse kust aan de orde. Niet duidelijk is of deze vorm van kustverde diging een evenwichtige plaats in de dis- kussienota gekregen heeft. Strandhoof den als vorm van onderhoudsmaatregele van zeedijken komt maar summier in de nota voor. Willen we met z'n allen dat de kust in deze regio met zijn krappe bemeting toch intakt blijft, dan betekent dat een zorg voor het gehele kustprofiel. Het Rijk vindt daarbij een beheerder op z'n pad, die graag het voortouw neemt voor nieu we wegen, maar die niet verzuimt om ook op de huidige winkel te passen! Adrie Provoost. B

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1990 | | pagina 10