5
PADDESTOELEN GEVRAAGD
In het afgelopen jaar kwam er een
notitie uit van André de Meijer met als
titel "Veranderingen in de paddestoelen
flora van Zeeuwsch-Vlaanderen?".
Deze 18 pagina's tellende tekst werd
uitgebracht door de Steltkluut en
eigenlijk kreeg ik het bij toeval in
handen.
Chiel Jacobusse van Het Zeeuwse
Landschap moest een keer een lezing
houden in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen
en keek in de pauze ook eens belang
stellend op de lektuurtafel. Als padde
stoelen-liefhebber viel hem de notitie
op. Hij schafte hem aan en speelde hem
vervolgens door aan ondergetekende.
INHOUD EN BETEKENIS
In de notitie wordt aandacht gegeven
aan de veranderingen die landelijk zijn
opgetreden in de paddestoelen-flora,
vooral ten gevolge van de zogenaamde
zure regen en een intensievere landbouw.
Tevens wordt een voorzichtige poging
ondernomen om aan de hand van het in
voorgaande jaren verrichte onderzoek in
Zeeuws-Vlaanderen iets te zeggen over
veranderingen in het voorkomen van
verschillende paddestoelen in dit deel
van Nederland.
Gemakkelijk is dat niet, omdat er
nauwelijks gegevens over vroeger zijn.
Daarom doet André de Meijer ook een
oproep om zijn inventarisaties uit de
jaren 1980 - 1983 aan te vullen met
soorten die in Nederland algemeen
voorkomen maar (nog) niet in Zeeuws-
Vlaanderen zijn gevonden.
Omdat het niet denkbeeldig is, dat dit
gedegen werkje in het archief wordt
bijgezet, leek het me goed er nog een
keer aandacht aan te besteden.
Daarvoor zijn nog drie andere redenen.
Ten eerste zijn een aantal door André
gezochte paddestoelen "terecht". Verder
wil ik graag enkele soorten nader
belichten om ze wat gemakkelijker
vindbaar te maken. En tenslotte kan er
een barrière weggenomen worden voor
degenen die zich willen storten op de
mycologie.
GEVONDEN
Van de bijna 300 soorten die nog
gevonden zouden moeten worden, zijn
er inmiddels al een paar terecht. Als
overkanter kom ik toch regelmatig in
Zeeuws-Vlaanderen en laat dan nooit
een paddestoel voor wat ie is. Dat heeft al
drie soorten opgeleverd uit de lijst van
André.
Iets dat iedereen moet lukken, maar
door onze Zeeuws-Vlaamse mycoloog is
overgeslagen, is het meniezwammetje
(Nécteria cinnabarina). Het is dan wel
enkele millimeters groot, maar groeit in
zulke hoeveelheden bij elkaar op takjes
en soms op stobben, dat het daarop
snel te vinden is. Dat is mede te wijten
aan de opvallende oranjeachtige menie-
kleur. Zie ook het prachtige padde-
stoelenboek van Phillips (Spectrum).
Het is een van onze meest algemene
zwammetjes. Mijn vondst betreft een
wilgetakje aan de Mettenijedijk te
Nieuwvliet (km-hok 48.51.32), gedaan
op 1 oktober 1986.
Elzenkatbekertje
Enkele jaren geleden hield ik me bezig
met begraafplaatsen en dan vooral met
de voorjaarsplanten daarop. Toen ik die
van Groede bezocht (km-hok 48.51.24)
op 17 april 1984, verbaasde ik me over
een massa op een kaal zandpad
groeiende paddestoelen met tot 12 cm
grote, glanzend loodgrijze hoeden en
verhoudingsgewijs korte stelen. Het
bleek de kortsteel-veldridder (Melano-
leuca brevipes s.s.) te zijn, een soort die
het moet hebben van kaal zand, waar
soms met herbiciden is gespoten. In
Midden-Zeeland is het niet bepaald een
algemeen soort.
De derde soort van de lijst die terecht
is, is het elzekatbekertje (Ciboria amen-
tacea). Onder het motto "wie zoekt, zal
vinden" vond ik 23 maart 1985 dit
bruine, gesteelde bekertje onder elzen
bij Breskens (km-hok 48.52.13). Het is
namelijk een soort die een zeer specifiek
substraat kiest; (mannelijke) elzekatjes
die op vochtige grond liggen te vergaan
Bovendien zijn ze alleen te
vinden in het vroege voorjaar, februari
en maart, soms nog april. Ik kan
iedereen aanbevelen deze proef zelf eens
te doen. Het lukt alleen bij elzen
waaronder bladeren en katjes niet zijn
verwijderd en waarbij de grond enigs
zins vochtig is. Een zeer verwante soort,
het elzezaadbekertje (Ciboria alni),
groeit op dezelfde plaatsen meer dan
op de zaden van de els en is naar
ervaringen in Midden-Zeeland minder
algemeen.
Doolhofzwam