SAMENVATTEND
Als we dan samenvattend de balans op
maken, dan kunnen we stellen dat:
- de negatieve spiraal van nivellering van
natuur- en landschapswaarden niet is
omgebogen de afgelopen 10 jaar.
- er door natuurstudie veel kennis is
vergaard in de achterliggende periode en
een goed beeld is verkregen van de na
tuurwaarden in WZVl.
- moderne landbouw ontwikkelingen een
belangrijke negatieve invloed hebben ge
had op de natuurwaarden zonder de in
dividuele boer daar voor na te wijzen.
- rekreatie en dij kverzwaringswerken de
kuststrook ingrijpend veranderd hebben,
met negatieve gevolgen voor landschap,
rust en natuurwaarden.
- door aankoop een belangrijke stap
gezet is in de richting van veiligstelling
van de belangrijkste natuurgebieden,
- de erkenning van de waarde van de
kleine landschapselementen één van de
grootste verdiensten van de afgelopen 10
jaar is.
- de planologie in theorie een redelijke
bescherming biedt aan natuur- en land
schapswaarden, maar in de praktijk laat
het nogal te wensen over, wat voor een
deel komt door de houding van de ge
meentes.
- grensoverschrijdende kontakten nood
zakelijk zijn om in de Zwinstreek' de
waardevolle natuur- en landschapswaar
den veilig te stellen.
DE TOEKOMST
Wat betekent dit nu voor de komende 10
jaar? Welke aktiepunten disteleren we
hieruit, welke voornemens kunnen we
maken en welke bedreigingen hangen er
boven ons hoofd?
Allereerst wat het reilen en zeilen betreft
van de eigen vereniging. Het ledental is
flink gegroeid de laatste jaren, maar het
is ook van belang dat het aantal aktieve
leden op peil blijft. Vooral ook omdat
steeds meer een beroep wordt gedaan op
onze vereniging en de problemen waar
voor we staan niet kleiner worden. Want
er staat ons de komende jaren nog het
één en ander te wachten.
Allereerst op het terrein van de landin
richting. Het gebied Sluis-Oostburg staat
als eerste in de rij van blokken, die het
grootste deel van WZVl omvatten, om
op een zogenaamde administratieve ma
nier verkaveld te worden. Dat betekent
dat aanzienlijk minder geld beschikbaar
is dan bij een normale ruilverkaveling en
de verwachting is dat alles beperkt blijft
tot het ruilen van kavels. Er zullen dus
geen grootschalige ingrepen plaats vinden
zoals bij een gewone ruilverkaveling het
geval is, maar dat wil niet zeggen, dat er
géén natuur en landschapswaarden in het
geding zijn, zoals vanuit landbouwhoek
wordt verkondigd.
Het is de eerste administratieve ruilver
kaveling in ons land en er is dus nog
geen ervaring opgedaan met deze proce
dure. De mening van de landbouw is dan
ook wat voorbarig. Misschien zijn ze
bang voor pottenkijkers, maar wat dat
betreft zullen ze zich moeten realiseren,
dat zeker na de inwerkingtreding van de
nieuwe landinrichtingswet, natuur en
landschapswaarden een duidelijke plaats
hebben gekregen binnen het hele landin-
richtingsgebeuren, zodat ruilverkaveling
en niet een zaak van de landbouw alleen
zijn. Vandaar dat er vanuit de Landin-
richtingsdienst het verzoek is gekomen
om iemand uit de natuurbescherming
voor te dragen om als waarnemer zitting
te nemen in de ruilVerkavelingskommis-
sie. Dat wordt iemand van het Duumpje,
zodat onze vereniging als belangenbe
hartiger van natuur en landschap nauw
betrokken wordt bij het landinrichtings-
gebeuren. De ervaring in andere delen
van Zeeland leert dat de samenwerking
tussen natuurbescherming en landbouw
in ruilverkavelingsverband konstruktief
is, dat er begrip bestaat voor eikaars
standpunt, zonder daarmee een aantal
duidelijke verschillen van mening van
tafel verdwijnen.
De komende jaren zal ook in onze streek
de relatienota zijn intrede doen, waar
door het mogelijk wordt beheersovereen
komsten af te sluiten met boeren, die een
gebied bezitten of gebruiken waar na
tuurwaarden aanwezig zijn. De relatieno
ta biedt een aantal mogelijkheden om
natuurwaarden in agrariese gebieden vei
lig te stellen, terwijl de boer daar zeker
niet slechter van wordt. We hopen dat de
samenwerking met de landbouw in ruil
verkavelingsverband er toe zal leiden, dat
er ook op dit terrein van de relatienota
zaken gedaan kan worden.
Ongetwijfeld zullen de aktiviteiten van de
Stichting Landschapsverzorging Zeeland
tot gevolg hebben dat het vertrouwen bij
de boeren zal toenemen in wat er vanuit
de groene hoek op hen afkomt. Voorals
nog wordt er zeer positief gereageerd, bv.
op de mogelijkheid om veedrinkputten te
laten schonen. Het ziet er naar uit dat
veel achterstallig onderhoud aan kleine
landschapselementen kan worden wegge
werkt en er zelfs gewerkt kan worden
aan het bij planten van knotbomen of
hoogstamfruitbomen of het graven van
nieuwe veedrinkputten. Ongetwijfeld zal
dit een positieve uitwerking hebben op de
natuurwaarden van de streek. Misschien
kunnen we over 10 jaar eindelijk zeggen
dat de negatieve spiraal van verschraling
en eenvormigheid is gekeerd en dat rood-
borsttapuit, steenuil en boomkikker zich
handhaven en uitbreiden in onze streek.
Een belangrijk deel van het werk van de
S.L.Z. staat of valt met de inbreng van
vrijwilligers, dat blijft een zwakke scha
kel. Het is een belangrijke taak van het
Duumpje om die schakel niet te laten
breken.
10