In de Baarzande was het enkele jaren geleden weer goed
raak. Vele tientallen voeren grond waren op de kreekoever
gestort met de bedoeling dit bij de aanpalende akker
te trekken. We hebben de gemeente op de overtreding
gewezen en de boer is veroordeeld tot het betalen van
een betrekkelijk geringe boete. De gemeente vond het
niet wenselijk de grond te laten weghalen, het was de
eeerste keer... De gemeente kondigde een gesprek aan
met de landbouworganisaties, het zou niet meer gebeuren.
Een wat voorbarige conclusie. Op veel plaatsen ging
de sluipende aantasting voort.
Ondertussen was een deel van de Reep, grenzend aan de
Henricusput al gescheurd op een moment dat de gemeente
te laat was met het verlengen van een voorbereidings-
besluit. Weer niets aan te doen.
In het geval van de grondstort op een weiland langs
het grote Gat kon de gemeente er niet omheen. De noodza
kelijke aanlegvergunning werd geweigerd en de boer ging
daartegen in beroep. Dat speelt nog.
Eindelijk dachten we, de gemeente is het nu menens. Ein
delijk wordt er opgetreden tegen de aantasting van de
natuurwaarden, die nu al jaren doorgaat.
De verwachting was dat de gemeente ook in het geval
de Reep doortastend zou optreden. De eigenaar van een
weiland dat in het natuurgebied de Reep ligt, ten noorden
van Oostburg, had een bulldozer aan het werk gezet.
Deze had alle oneffenheden netjes weggewerkt over een
oppervlakte van een kleine 2 ha en een prachtige zoete
drinkput werd onder de grond bedolven. Wat schetst onze
verbazing toen de mededeling kwam dat B&W besloten had
een aanlegvergunning te verlenen, waarmee de werken
gelegaliseerd worden. De eigenaar van het perceel krijgt
tijdens een bezoek aan het gemeentehuis te horen dat
hij de aanlegvergunning zal krijgen. Daarop wordt het
perceel geploegd. De mogelijkheid om de schade nog enigs-
zinds te beperken is daarmee verkeken.
Tn een overleg met B&W wat op ons verzoek plaatsvond,
hebben we onze grote Verontwaardiging uitgesproken over
de hele gang van zaken. De reden om de aanlegvergunning
te verlenen was de mening van B&W dat er in het gebied
geen noemenswaardige natuurwaarden aanwezig waren I Het
was 40 jaar geleden nog bouwland geweest.
Het bedenkelijke van de redenatie is, dat tijdens de hele
procedure bij het vaststellen van het bestemmingsplan
geen bezwaren zijn gerezen tegen de bestemming natuurgebied.
Niet bij de eigenaar, niet bij de landbouworganisaties,
de gemeente of provincie. Nu opeens, nadat het terrein
is geëgaliseerd vindt men dat de natuurwaarden niet
-26-