we de volgende gegevens halen: - Spring Point, Yorkshire (1956) 1 Bombus spec./minuut in september rond 19.00 uur. - West Cumberland, Silecroft (1956) 3-4 Bombus Terrestis- groep/minuut in mei tussen 14.00-18.00 uur. - Sandwich Bay (1956) 1 Bombus spec./minuut in april tussen 10.00 en 14.00 uur. De verhouding tussen B.terrestis en B. lapidarius was 9:1. Wat het laatste betreft, ook in ons geval blijkt de verhou ding 9:1 te zijn. Onze resultaten komen aardig overeen met die uit de literatuur. Uit de literatuur kunnen we eveneens halen dat in de loop van het jaar de top van het aantal trekkende hommels op een dag op de diverse plaatsen verder naar de namiddag verschuift Extreme aantallen die we ook in de literatuur aantroffen zijn de volgende: - Poole Harbour (1906) enkele 1000den per uur, dit is enkele 15tallen per minuut. - Uddskatan tot Brannskar (1975) 900 per uur, dus 15 hommels per minuut. Beide waarnemingen komen uit september. Nog enkele opmerkingen over het weer. *Alleen de koninginnen trekken, altijd tegen de wind in, onafhankelijk van het jaargetijde. Hier is nog geen verklaring voor gevonden. *De ZW vliegende hommels hielden zich hier niet aan. In de literatuur is niets te vinden over hommels die met de wind meevliegen. *Ze volgen altijd de kustlijn en vliegen het liefst op de grens van water en land. Afhankelijk van de windkracht vliegen ze laag over de grond bij zachte wind of verder boven de grond bij harde wind(zo'n 10 tot 12 meter) Dit zijn de belangrijkste conclusies die er te trekken zijn uit dit korte onderzoekje. Als er onder u nog mensen zijn die waarnemingen over hommel trek in hun bezit hebben, dan zou ik dat graag willen vernemen. Matty Berg Essenlaan 66 2172 BX Sassenheim tel: 02522-10520 -10-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1985 | | pagina 12