Conclusie Voor beide dagen geldt dat het verplaatsen van hommels langs de kust een geleidelijk verloop te zien geeft. Hier en daar zit in dit verloop een onregelmatigheid, die te verklaren is door het feit dat beide dagen goede vogel trek dagen waren met als gevolg dat er waarschijnlijk toch nog wel het een en ander aan hommels gemist is. Grafiek 1 geeft om het uur een daling in het aantal te zien 13.30-14.45-16.00). Ik denk dat dit veroorzaakt wordt door dat één waarnemer constant geteld heeft en een ander af en toe. .Omdat bij het vogeltrektellen een roulatiesysteem toegepast wordt, zit iedereen op regelmati ge tijden te schrijven, over de dijk te tellen of over zee. Het gevolg is dat op gezette tijden de constant hommels waarnemende persoon ook over zee kijkt naar vogels en dus niet/nauwelijks hommels telt. Dit zelfde telt ook voor de grafieken 2a en 2b (11.00-12.00-13.00-14.00). De spectaculaire daling rond 11.30 op 25-4 is het gevolg van een op dat moment langstrekkende en neerstrijkende purperreiger. We hebben toen even geen hommels geteld. Dit geldt eveneens rond 12.45 toen er een visarend langs vloog -8-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1985 | | pagina 10