"VOGELS In -118- -119- d De kuifeend (Aythya fuligula) is ook in ons gewest een geregelde verschijning geworden. We kunnen kuifeenden dikwijls zien in de Braakman, maar ook in de diepere afwateringskanalen, zoals tussen Biervliet en de Piaskreek en in de Linie tussen IJzendijke en de Pyramido. Een stukje geschiedenis. Volgens 'De Atlas van de Nederlandse Broedvogels' (Teixeira,1979) 7ond het eerste broedgeval in Nederland plaats in 1904. Tot 1940 oleefc de kuifeend een zeldzame broedvogel In de vijftiger jaren begon de soort zich geweldig uit te breiden, üit gebeurde overal in West-Europa. Hoe dat precies kómt weet men niet zekerGedacht wordt aan uitdroging van waterbekkens elders ir Europa en Azië, veranderingen in het klimaat en de toename van Je driehoeksmossel in het IJsselmepr, vaarten en kanalen. De ku: fei-rid lijkt zich ook yemakkelijk aan te passen aan de omstan- Vjined.cr m hei polderland. De kuifeend broedt langs allerlei .scorten wateren (MeinmgeiV.O.T. '8J-b). i heel Nederland was ei in 19 77 een populatie van zo1 ra 6 0U0 paar. Voor Zeeland schatte men dat aantal op 200 paar. (Atlas van de Nederlandse Broedvogels) In 1982 schatte Peter Meininger dat aantal op 500-733 paar. West Zeeuws Vlaanderen. ur. de Avifauna van West Zeeuws Vlaanderen 1957-1967 schrijft H. Enkelaar o.a. bij de kuifeend"Wintergast en doortrekker in vrij klein aantal, hoofdzakelijk langs de kust bij de Verdronken Zwarte Polder, -n mindere mate tussen Breskens en de Braakman, van augustus tot aprii. Efi waarneming van 2o op 5-7-1964 op het Grote Gat". In 19o5 broedde de soort voor het eerst in Zeeuws Vlaanderen, in het oostelijk deel (Avifauna van Zeeuws Vlaanderen, in voorbereiding) De laatste jaren treft men bij de Braakman e.o. ongeveer 15 broed- pareu aan, in 1983 zelfs 24. Er overwinteren nogal wat kuifeenden. Vooral in het Braakmangebied •len teide er 321 tot 375 in '82/'83. Op de Spaarbekkens 330 op _2-2-d1 Westelijk van het Braakmangebied treft men veel minder kuifeenden aan. Niet ver er vandaan - de Linie - ziet men geregeld 2 tot 14 ex. tussen de Pyramide en IJzendijke. Op het afwateringskanaal Biervliet - Piaskreek dobberen dikwijls kuifeendjes. Andere wateren waar men de soort heeft gezien: de Piaskreek, Nieuwkerksekreek, de Veste bij camping Zeebad Breskens en het Zwarte Gat. De aantallen gaan van 1 tot 23 ex. Er zijn nog wat incidentele waarnemingen bekend. Bijna steeds in herfst of winter genoteerd. Als de sloten dichtgevroren zijn ziet men kuifeenden op de Westerschelde of in de havens van Breskens (19-1-1985: 21 ex'.). Broedgevallen In de maanden mei-en juni zijn er kuifeenden gezien op de Linie, Piaskreek, Zwarte Gat, KoninginnepolderGaternissekreek, afwa teringskanaal Biervliet - Piaskreek en afwateringskanaal Groede - Nieuwkerksekreek. Hier treft men ook de broedgevallen aan. P. Meininger geeft voor West Zeeuws Vlaanderen 10 - 15 broedparen waarvan de Piaskreek 2-5, Linie (ponte Avancé) 1 paar en Pyramide 1 paar, allen in 1982. In 19~Ö3 zijn er 4 broedgevallen bij de Linie, 2 Piaskreek en een onbekend aantal afwateringskanaal Biervliet - Piaskreek. In 1984: 3 zekere broedgevallen afwateringskanaal Biervliet - Piaskreek (E.Marteijn) en 1 zeker broedgeval in de Oud-Breskens- polder (P. van *t Westeinde). Verder nog 7 koppels in de Linie en 2 in de Piaskreek als mogelijke broedgevallen. Broedgeval in de Oud-Breskenspolder 10-7-1984 zag ik 1<£ kuifeend met 3 jongen (donsjongen van 1 week oud) in een sloot langs de Langeweg in de Oud-Breskenspolder Daar staat nog geen 50 cm water. De sloot heeft steile kanten en staat in verbinding met het Zwarte Gat via andere sloten 3 km daar vandaan. Zo ook met het afwateringskanaal Nieuwe Sluis- Nieuwkerksekreek. De kuifeenden zag ik daar tot eind juli. De sloot loopt over een afstand van zo'n 3 km langs de weg die redelijk druk is in de zomer. De sloot is smal 1% m. De eenden zijn niet te zien vanaf de weg als ze vlakbij de noordkant wegkant) zwemmen. Overzicht van de broedgevallen jaar mogelijk broedgeval zeker broedgeval totaal 1982 2 1 3 1983 6 6 1984 9 4 v13 Het Braakmangebied is niet in het overzicht betrokken. Het is mogelijk dat de kuifeend hier verder toeneemt. Meininger verwacht dat zich meer kuifeenden zich in Zeeuws Vlaanderen zullen vestigen "waar de soort relatief weinig voorkomt".

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1984 | | pagina 13