dieven inwM
Sinds 1981 worden door enkele leden van de vogelwerkgroep
tellingen uitgevoerd van blauwe kiekendieven op de
slaapplaatsen. Uit de strengere winters in de jaren '70
was bekend dat ook in onze streek blauwe kiekendieven
op enkele plaatsen gezamenlijk slapen. Dit werd opge
merkt in het Zwin (tot een maximum van 25 ex.) en de
Zwarte polder.In 1981 werd ontdekt dat enkele plaatsen
erg in trek waren als gemeenschappelijke slaapplaats,
zodat er de laatste twee winters ('82/'83 en '83/'84)
een wat gerichter onderzoek heeft plaats gevonden.
Eerst wat algemeens. Het gebruik van gemeenschappelijke
slapplaatsen in bij roofvogels niet ongebruikelijk.
Bij kiekendieven gaat het soms om grote aantallen. De
eerste beschreven ontdekkingen dateren uit de 19e eeuw.
Er wordt onder andere melding gemakkt van duizenden
grauwe kiekendieven die zich verzamelen om te gaan slapen
in Frankrijk (Dresser, 1878 in Watson '77). Zulke aan
tallen komen tegenwoordig niet meer voor. De grootste
aantallen die nu bereikt worden zijn 100-120 met soms
uitschieters tot 160 ex. (Meinertzhagen 1956 in Watson
'77), dit betreffen meestal slaapplaatsen van de grauwe
kiekendief. Wat de blauwe kiekendief betreft liggen de
aantallen nog lager, slaapplaatsen van 50-60 ex. zijn
voor zover bekend het maximum. In de laatste Limosa
(57 (1984)97-103) werd nog een slaapplaats beschreven
te Diemen, waar maximaal 10 exemplaren werden geteld.
In de literatuur wordt een slaapplaats beschreven als
een heideachtig terrein met wat struikgewas, bosjes e.d.
In Nederland wordt meestal gebruik gemaakt van riet, bv.
in de FlevopoldersOok in West Zeeuws-Vlaanderen ge
bruiken blauwe kiekendieven de rietvelden als slaapplaats,
naast wat verruigde schorgedeeltes, bv. in Zwin en Zwarte
polder. Ook in de rietvelden gaat de voorkeur uit naar
de wat verlande, verruigde gedeeltes.
Wat houdt nu zo'n slaapplaatstelling in?
De tellingen van de blauwe kiekendieven op de slapplaats
worden gehouden in de periode november-aprilwant deze
vogel is een wimtergast in onze streek die buiten deze
periode nauwelijks voorkomt. We hebben getracht minstens
ëên keer per week, liefst op de zelfde dag een telling
te houden. De teller dient, liefst steeds gewapend met
notitieboek en verrekijker, minstens een half uur voor
zonsondergang op de slaapplaats aanwezig te zijn. Er
-84-