groep doortrekkers is bijgekomen. Er is in die periode niets opgemerkt dat de vogels van de slaaplaats verjaagd kan hebben zoals boeren of jagers. Vooralsnog bestaat er geen echte oplossing voor dit raadsel. Ten tweede de top in februari. Dit komt overeen met wat Watson in zijn boek over de blauwe kiekendief.("The Hen Harrier") zegt, nl. dat het wintermaximum in Neder land en West-Duitsland wordt bereikt in februari, kortom een fraaie overeenkomst in ieder geval. Deze resultaten zijn nog maar het begin van wat een onderzoek kan worden. Er zijn nog veel meer dingen die te achterhalen zijn. Bijvoorbeeld de invloed van het weer op de aankomsttijden van de kiekendieven, het ge drag ten opzichte van elkaar op de slapplaats enz. Maar zoals ik al eerder opmerkte het kost moeite genoeg om de aantallen te bepalen. De kiekendieven hebben bijvoorbeeld ook de eigenschap om eerst nadat ze op de slapplaats zijn aangekomen enkele minuten oVer de slaap plaats rond te vliegen (om te controleren of alles in orde is?) en dat maakt het tellen soms flink moeilijk. Maar het is toch iedere keer weer een plezier zo'n aantal kiekendieven bijeen te zien en als het aan mij ligt kunnen we nog enkele jaartjes blijven tellen. Eric Blaakman Gebruikte literatuur: Cramp S. en K.E.L. Simmons, 1980, Birds of the western Palearctic volume II Hawks to Bustards, Oxford University Press, Oxford. Watson Donald, 1977, The Hen Harrier,T.&A.D. Poyser Ltd.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1984 | | pagina 18