Inmiddels was de Ring nog geen enkele keer overspoeld en ontwikkelde de Dwergsternkolonie zich voorspoedig. Half juli konden we maar liefst 125 paar noteren: een nieuw record en ook dit jaar de grootste kolonie van ons land! Trouwens, meer soorten bereikten dit jaar record aantallen, zoals in onderstaand tabelletje is af te lezen. De hevige regenval van eind juli veroorzaakte vooral onder de halfwas jongen van Visdief en Dwergstern nogal wat sterfte. Onder pollen loogkruid en strandkweek lagen soms enkele dode jongen bij elkaar. Ze waren te groot om nog onder de beschermende oudervleugels te schuilem en te klein voor een waterdicht verenpak. Deze overwegend natte zomer haf ook gevolgen voor de vegetatie. Op grote afstand waren de bloeiende zonnebloe men te zien, waarvan de bloemhoofden begin augustus ruim boven de Ring uitstaken. Rijkelijk vertegenwoordigd waren natuurlijk strand-, spies- en uitstaande melde, alsook loogkruid. Bijzonder was de vondst van de zeekool bij de duintjes en opmerkelijk de aanwezigheid van een duindoorn, een soort van hogere, ontzilte duinen. Strand kweek besloeg enige tientallen vierkante meters aaneen gesloten grasmat in de Ring. Extra werk voor volgend jaar om deze uit de Ring te verwijderen en bij de duintjes aan te planten. Ook op ander gebied is een mijlpaal bereikt. Voor het eerst is de Ring in de periode mei-augustus (8 spring vloeden) geen enkele keer overspoeld. In het voorjaar was de laatste gehele overspoeling begin april en in het najaar was de eerste overspoeling half september. Intussen kwamen veel van de late vervolglegsels van de Visdief goed terecht en konden nog tot begin september voerende Visdieven gezien worden. De zware stormen van half september deed ze pas besluiten de duintjes te verlaten. Als laatsten, want alle andere broedvogels waren al lang vertrokken. Renë Beijersbergen -81-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1984 | | pagina 11