sel voor vissen en vogels "beschikbaar. Voor een duidelijk inzicht in wat er precies gebeurt is het noodzakelijk precies te weten hoeveel kokkels er jaar lijks gevist worden, hoe groot daarbij de sterfte van de verschillende bodem- dieren is, hoe het herstel van de bo demflora verloopt en hoe de situatie zich zou hebben ontwikkeld zonder bevis sing. Vooral op aandrang van natuurbeschermings zijde is hiernaar in mei 1979 een onder zoek begonnen door de afdeling Estuariene ecologie van het Rijksinstituut voor Na tuurbeheer (RIN) op Texel. Dit wordt ge daan in samenwerking met het Rijksinsti tuut voor Visserijonderzoek (RIVO)de Directie van de Visserijen, de Delta dienst van Rijkswaterstaat en het Neder lands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ)). De Stichting Veth tot Steun aan Waddenonderzoek zal in belangrijke mate bijdragen in de financiering van dit on derzoek, dat enkele jaren zal duren. De dan verkregen informatie kan worden ge bruikt om het effect van de kokkelvisse rij op de voedselvoorziening van vogels en andere dieren te beoordelen. Uit: Natuur Milieu 1980 no. 1. blz. 20 t/m 23. Maandblad van de Stichting Natuur en Milieu. -36- Naar de Braakman 13 februari 1980. We vertrokken met zijn tweeën om half negen naar de Braakman. We gingen langs de zeedijk van Breskens tot aan de Braakman. Aan het haventje van Nummer Eén zagen we 2 ijsduikers en 5 gro te zaagbekken en 2 parelduikers, 8 futen. Toen reden we verder. Voor Hoofdplaat zagen we 44 wulpen. Net voorbij Hoofdplaat zagen we 25 berg eenden langs de zeedijk hebben we ook nog 5 Bonte kraaien gezien. Toen we aan de Braakman kwamen zagen we laagvlie- gende een blauwe kiekendief het was een vrouwtje en verderop zagen wij een torenvlak Aan een grote waterplas gekomen zagen we 2 aalscholvers uit het riet weg vliegen en we zagen er ook 11 toppereenden en wij zagen 2 ijsduikers. Toen we op de terug weg gingen zagen wij een grote bonte specht en we zagen ook nog een buizerd. We waren om half drie weer op Breskens. Dit verslag is van Rudi Notebaart en Peter-Paul Puyenbroek. (13 en 14 jaar). De redactie is erg blij met dit spontane schrij ven van enkele jeugdleden maar waagt het om bij de waarnemingen van deze vele ijsduikers even de wenkbrauwen te fronsen. -37-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1980 | | pagina 20