2. De Ecologie.
Zoals gezegd heeft de akkerdistel nut voor de
mensen: als indicator. Andere organismen dan de
mens "blijken een grotere "belangstelling voor de
akkerdistel te hebben. Onderstaand schema van de
direct van de akkerdistel levende groepen van or
ganismen, moge dat verduidelijken.
->
De akkerdistel is een composiet. De familie van de
composieten is van belang voor een groot aantal
insekten. De akkerdistel is de allerbelangrijkste.
Ook de knikkende distel is van zeer groot belang,
maar de soorten die op de knikkende distel worden
aangetroffen zijn minder aan hun gastheer gebon
den dan soorten op de akkerdistel. Sommige soorten
komen alléén op cirsium (vooral akkerdistel) voor.
Van de dierlijke organismen die te vinden zijn op
of zelfs afhankelijk zijn van de akkerdistel, is
de putter of distelvink wel de meest opvallende.
Vaak in de nazomer en de herft kun je hem bezig
zien bovenop de distels, pikkend naar zaad ter
wijl de pluizen om hem heen stuiven. Ook andere
vogels zijn er wel te vinden; andere zaadeters,
maar ook - en het lijkt me een zeldzaamheid - vond
ik ooit het nest van een winterkoning tussen een
paar distelstengels.(zie tek.)
-18-
Verschillende soorten mijten (een tot de spinach-
tigen behorende groep van ongewerveld en) leven op
de distel. Zij parasiteren op de plant of op die
ren die van of op de plan leven.
Bij de plantaardige organismen op de akkerdistel
zitten ook parasieten. Verschillende soorten schim
mels leven van insekten die van de distel afhanke
lijk zijn. Omgekeerd zijn er ook schimmels (bij
voorbeeld de roest puccinia punctiformis) op de
akkerdistel, die allerlei insekten te eten geven.
Ze eten van de dikke zoete vloeistof die deze
roest afscheidt.
Van de dierlijke organismen op de distel is vooral
de groep insekten verbazingwekkend: honderden soor
ten, waarvan tientallen uitsluitend op de akkerdis
tel te vinden zijn. De grote hoeveelheid voedsel
die deze plant direct en indirect verschaft, maakt
deze overvloed aan insekten mogelijk.
Voor allerlei nectareters (hommels, bijen, dag
en nachtvlinders, vliegen, wespen) staat een hoge
nectarproductiegedurende een lange bloeitijd,
gemakkelijk bereikbaar en opvallend ter beschik
king. De rijke en langdurige bloei levert ook over
vloedig voedsel aan btuifmeeleters (hommels, bijen,
kevers). Vlinders, en vooral hun rupsen, dienen
tot voedsel voor vertegenwoordigers uit vrijwel
alle andere insektenordersvoor schimmels, vogels
e.d.
Om aan is geven hoe veelzijdig en ingewikkeld de
relaties tussen allerlei soorten op de akkerdistel
zijn, volgt hieronder een citaat uit "De Akkerdis
tel" (Wageningen 1978)
"Bijen, hommels, wespen, mieren en andere hymen-
opters fourageren veelvuldig op de akkerdistel of
leven van andere insecten die van de akkerdistel
-19-
akkcrdistel
(Cirsium
arvense)
dierlijke organismen
o.a. mijten (Acari)
insekten (Insecta)
vogels (Aves)
plantaardige organismen
o.a. schimmels (Fungi)
hogere planten
enige 100-en soorten
waarvan:
meer dan 100 parasitair
in/op de plant
veel meer dan 100 levend
van nectar en
stuifmeel
wantsen
(Heteroptera)
cicadeachtigen
(Auchcnorhyncha)
plantenluizen
(Slernorhyncha)
tripsen
(Thysanoptera)
vlinders e.d.
(Lepidoptcra)
kevers
(Coleoptera)
bijen, wespen
(Hymcnoptera)
vliegen, muggen
(Diptera)
boktorren
(Cerambycidae)
haantjes
(Chrysomelidae)
snuitkevers
(Curculionidae)
mineervliegen
(Agromyzidae)
boorvlicgen
(Trypetidac)
I soort
6 soorten
7 soorten
6 soorten
II soorten