DAT DE STERFTE ONDER DE VOGELS niet alleen plaats heeft door de strenge koude "blijkt wel uit de vondsten op het strand tussen CADZAND en BRESKENS. Bij de navolgende strandwandelingen door Rino Abrahamse, Sjef van Eek, Martin Abrahamse en Hans Enkelaar werden de navolgende vogels op dit trajeot dood gevonden (voor zover soorten gecontroleerd); 22 december 1962» 1 "eide"reend "vrouwtje1 noordse stormvogel, 1 kokmeeuw, 1 parelduiker, 1 dwergmeeuw, 1 zeekoet, 1 zilvermeeuw juv. 9 februari Ijjóji 2 parelduikers," 2 Jan van Gent, 8 scholeksters, 3 bergeenden, 1 steenloper, 3"meerkoeten, 1 vr. w. eend, 1 rietgans. 30 maart 1963° 2 drietee'nmeeuwen, 2 wulpen, 2 juv. zilvermeeuwen, 9 meerkoeten, 8 schol eksters, 3 spreeuwen, 1 oeverloper, 2 eidereenden, 1 toppereend, 2 parel duiders, 2 kuifeenden, 3 futen, 1 tureluur, 2 zeekoeten, 2 dwergmeeuwen, 6 bergeenden, 7 onbekende vogels. BROEDVERSLAG HENRICUSPUT_OOSTBURG Dank zij de activiteit van de Heer J. de Zwart te Oostburg ontvingen wij van hem een verslag van zijta. onderzoekingen bij de Henricusput te Oostburg, ons laatste bewakingsterreintje. Broedend werden daar aangetroffen; 1 strandpluvier8 kieviten, 1 rietzanger '10 waterhoentjes, meeste helaas uitgehaald, 1 tureluur, geen nest, wel een dood juveniel. In de omgeving op bouwland 8 nesten van de kluut. Bit wetenschappelijk oogpunt zijn dergelijke gegevens van het grootste be- >-lang. Dergelijke gegevens moeten steeds meer en meer en wel met de meeste 'spoed op papier gezet worden, willen wij kunnen nagaan hoe de stand van ver schillende vogelsoorten zich in ons gewest ontwikkelt. p. OOIEVAAR De mededeling betreffende het laatste broedgeval van de OOIEVAAR in ons ge- west is achterhaald door een later% vestiging. 'De laatste ooievaar heeft voor zover nu bekend is gebroed op de hofstede van de Gebr. Aernoudts, Bewester Eedepolder. Deze heeft daar gebroed van ongeveer 1885 tot 1890 op een wagenwiel op de schuur (med. Mej. E. Aernoudts, Oost burg en de Heer Alp. Aepnaudts te Sluis, beiden vroeger woonachtig op-deze hofstede) HOUTGEWAS Hierover moeten wij steeds sombere berichten geven. Het gaat niet zoals velen van or.s graag zouden willen. Steeds meer wordt ons landje kaler. Steeds meer verdwijnen grote meidoornhagen. Steeds meer erfbeplantingen. Het zal wel moeten. Maar het blijft jammer. Misschien, dat er nog eens iemand een Proefschrift over dit onderwerp schrijft in de geest van "De - voordelen en nadelen van een kaal Landschap aan de Nederlandse Kust ten op- "zichte van de Landbouw en Veeteelt11, Zo moeten wij het betreuren, dat na overname door de Frovinciale Waterstaat van de weg Oostburg-Waterlandkerlcje-IJzendijke veel populieren zijn geveld. Wij zijn al niet verwend met aan weerszijden van de weg twee rijen popu lieren te zien staan. Landschappelijk is het er plaatselijk niet mooier op geworden. Ook ornithologisch hebben wij een verlies te lijden door de voorgenomen velling van de laatste beplanting langs de Provinciale weg IJzendijke- Pyramide. Als compensatie staat hiertegenover de grote „aanplant van struik- gewas op het kampeerterrein van de NV Zeebad te Breskens. Mocht deze aan plant goed aanslaan dan kan hier weer een "eldorado voor zangvogeltjes ont staan.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1963 | | pagina 4