Die opdracht valt in twee fasen uiteen. Aller
eerst verbetering van de beveiliging tegen het
water. Welnu, het Deltaplan in Zuidwest-
Nederland is klaar. Nog enkele jaren, en dan
is de beveiliging tegen de zee overal in het
land gereed, en eind deze eeuw ook die tegen
de rivieren en het water van het IJsselmeer.
In de tweede fase gaat het om behoud van de
verkregen veiligheid tot in lengte van jaren.
Dat deel van de opdracht ligt voor ons.
Al in de vijftiger jaren werd door de Kamer
gevraagd om een wettelijk kader voor het
behoud van de veiligheid als vervolg op de
Deltawet, die alleen diende voor de verbe
tering van de beveiliging. Daar wordt nu aan
gewerkt: een nieuwe Wet op de Waterkering
is in voorbereiding.
Als het Deltaplan is voltooid, zal de situatie uit
de Romeinse tijd op het eerste gezicht zijn
de vorm van een versnelling. Hoeveel? Dat is
onbekend.
Tegelijkertijd slijt het draagvlak onder de
waterkeringszorg af. De generatiecyclus werkt
weer.
In het geding zijn dus natuurlijke, technische
en draagvlak-elementen. Als er draagvlak is,
worden de natuurlijke en technische
elementen wel opgelost. Daarom begint de
filosofie van de Wet op de Waterkering bij het
draagvlak. De al besproken generatiecyclus is
waarschijnlijk een proces dat zich niet door
wetgeving laat elimineren. De gevolgen ervan
kunnen wel worden verkleind door aan twee
uitgangspunten een sleutelrol toe te kennen:
het beheer wordt toevertrouwd aan direct
belanghebbenden: de overheid houdt de
vinger aan de pols.
fig. 5. Een zinkend land: het
gezamenlijk effect van
bodemdaling en zeespiegel
rijzing.
5
hersteld. De kust is op de Waddeneilanden na
'eer zo goed als gesloten. Het land is mense
lijkerwijs gesproken weer bijna onover-
stroombaar.
Wel ligt de kust nu 8 tot 10 kilometer ooste
lijker dan in de Romeinse tijd. De erosie gaat
door. Het land ligt bovendien 4 a 5 m en
plaatselijk 8 m lager dan in de Romeinse tijd.
Ook de daling gaat door (18). De zee steeg
sinds de Romeinen ongeveer 1 m, 5 cm per
eeuw. De laatste eeuw was dat opgelopen tot
20 cm per eeuw, en een verdere versnelling
naar een waarde tussen 35 en 85 cm per
eeuw is vrij waarschijnlijk.
In figuur 5 worden bodemdaling en zeespie
gelstijging samengenomen. Het effect is
duidelijk: de druk op de waterkeringen neemt
toe. Een tweede effect is de invloed op de
kustachteruitgang, het meest waarschijnlijk in
688
Volgens dit samenwerkingsmodel dragen
belanghebbenden - de ingelanden van de
waterschappen - de zorg voor de waterke
ringen in de dijkring waarin het gebied van
hun waterschap ligt. Uitzonderingen worden
gemaakt voor waterkeringen die verschillende
dijkringen verbinden en aan de beveiliging van
meer dan één dijkring bijdragen, zoals de
Afsluitdijk, de dammen in de Delta en de
stormvloedkering in de Hollandse IJssel. Die
worden door het Rijk beheerd en onder
houden. Dat geldt ook voor de duinen op de
Waddeneilanden, waar onvoldoende
draagvlak kon worden gevonden voor een
waterschap dat die taak aankon. Beheer en
onderhoud worden waar mogelijk onderge
bracht bij een specifiek daarop gericht
bestuurslichaam, gedragen door de direct
belanghebbenden: het waterschap. De kans