tot stand kwam. De constructieve richtlijnen
van de Deltacommissie werden hier uitge
bouwd en gemoderniseerd tot praktische
leidraden voor de beheerders van waterke
ringen Dat gebeurde in samenspel tussen
wetenschap en beheerders van Rijk, provincie
en waterschappen, zowel op basis van
ontwikkeling van kennis bij het Deltaplan als
op basis van eigen specifiek onderzoek Een
overstroming in Tuindorp Oostzaan in 1960
was overigens nodig om deze commissie van
de grond te krijgen.
Kusterosie, een stiefkind
Het advies van de Deltacommissie richtte zich
vooral op afsluiting van de zeegaten en de
versterking van waterkeringen. In haar rapport
(7) besteedt zij niet meer dan één bladzijde
aan de ontwikkeling van de kust, en dan nog
alleen in relatie met de afsluitingen. De
huidige ontwikkelingen van de Voordelta - de
verplaatsing van zand naar de kust toe na het
wegvallen van de in- en uitgaande getijstroom
in de zeegaten, en de groei van de banken
daardoor - wordt in die paragraaf al
voorspeld. Verder worden enige richtlijnen
gegeven voor de versterking van de duinen.
De al eeuwen doorgaande erosie van de kust
komt niet ter sprake.
Tijdens de uitvoering van de versterkings-
werken kwamen de duinen wel aan de beurt.
Zij moesten even sterk zijn als de andere
waterkeringen in de dijkring. De richtlijnen
van de Deltacommissie bleken echter nauwe
lijks houvast te bieden om die sterkte te
bepalen.
Het Waterloopkundig Laboratorium ontwik
kelde eind zeventiger jaren onder auspiciën
van de Technisch Adviescommissie Waterke
ringen, op basis van proeven in de Deltagoot
en gebruik makend van de probabilistische
aanpak, een methode om de sterkte van
duinen als waterkeringen te beoordelen. Dit
project mondde uit in een leidraad van de
Technisch Adviescommissie voor de Waterke
ringen (17), waar de duinverzwaringen en
strandsuppleties in het kader van de Delta
werken voortaan op werden gebaseerd. Een
van de regels die worden gegeven is dat de
trend van de kustachteruitgang moet worden
betrokken in de beoordeling. Kustachter
uitgang wordt als gegeven geaccepteerd.
Al sinds 1850 worden de ligging van de
duinvoet, de hoogwaterlijn en laagwaterlijn
geregistreerd. Edelman (2) werkte daar al
mee. Vanaf 1964 wordt op advies van de
Deltacommissie ook de diepte van de
vooroever van het strand geregistreerd. Kort
geleden verscheen een systematische analyse
van al deze gegevens (4). Daaruit blijkt dat de
kust van Texel in de laatste honderd jaar 200
tot 1100 m achteruitging, en die van enkele
andere waddeneilanden 100 tot 400 m,
evenals op de koppen van Voorne, Goeree en
Schouwen. De kust van Noord-Holland ten
noorden van Bergen ging 150 m achteruit, en
die ten zuiden van Scheveningen 50 meter.
Daartussen groeide de kust 40 meter aan.
Verder blijkt, de vooroever meegerekend,
jaarlijks 6,5 miljoen m3 zand te eroderen,
waarvan 1,5 miljoen m3 door suppleties wordt
gecompenseerd. Netto 5 miljoen m3 erosie
dus, die niet wordt goedgemaakt door de 4
miljoen m3 aanzanding op andere plaatsen.
Bovendien blijkt uit deze analyse dat op het
kustvlak Bergen-Scheveningen, traditioneel
een aanzandingsgebied, nu alleen bij
IJmuiden nog aanzanding plaatsvindt De
vooroever kondigt ook hier aan wat altijd pas
later aan de duinvoet zichtbaar wordt-,
kustachteruitgang.
De duinen zijn als waterkering versterkt. De
erosie van de vooroever, het fundament van
de waterkering, gaat door. Daarbij verdwijnen
waardevolle duingebieden in zee. Noord-
Holland benoorden de Hondsbosse Zeewering
werd sinds 1953 ongeveer 50 m smaller. In
die tijd erodeerde van de hele kust bijna 200
miljoen m3 zand, een hoeveelheid die
ongeveer van dezelfde orde van grootte is als
het grondverzet voor het Deltaplan.
Ir. J. P. Josephus Jitta, de bekende sluizen-
bouwer, zei eens tegen me: 'Men bereidt
altijd de voorgaande oorlog voor.' Het
Deltaplan was het antwoord op de ramp van
1953. Toen waren de dijken te zwak en de
zeearmen te gevaarlijk. Begrijpelijkerwijs
concentreerde de aandacht zich op
versterking en afsluiting. Dat is tot voor kort
zo gebleven. Een enkeling stak wel eens de
vinger op: er moet meer aan de kust worden
gedaan. Steeds echter gingen de afsluitingen
en versterkingen voor, zowel bij het
onderzoek als bij het beschikbaar stellen van
geld voor maatregelen. Dat valt te begrijpen,
maar het lijkt nu tijd om eens aan de
volgende oorlog te denken.
Een halve eeuw uitvoering
Bij het begin van het Deltaplan werd er 25
jaar voor uitgetrokken. Dat was nodig om de
plannen gedegen te kunnen voorbereiden en
uitvoeren, en om ze te kunnen financieren.
Alles bij elkaar gaat het hele plan, de werken
in het binnenland meegerekend, zo'n 15
miljard gulden kosten. Uiteindelijk is de
686