zoutbewegingsmodel ZWENDL en het stratificatiemodel STRESS. ZWENDL geeft een goede indruk van de horizontale verplaat sing van de ontzilting gezien in de tijd, terwijl met het model STRESS een indruk kan worden verkregen van het gedrag van de ontzilting in de verticaal; dit laatste is met name van belang voor de diepe geulen en putten. Voor de bepaling van de ontziltings- methodiek zijn de resultaten van beide modellen gecombineerd. De opgestelde prognose mag representatief geacht worden voor de bovenste 6 m water in het meer. Bij aanvang van de ontzilting, eind april 1987, wordt het Zoommeer doorgespoeld met een debiet van 70 m3/s. Het zoutgehalte op het meer is op dat moment nog hoog, en via de schutsluizen komt nog een aanzienlijke zoutlast binnen: de zout/zoet-scheidingssyste- men komen pas in juli en augustus in werking. Doorspoeling van het meer met hogere debieten dan 70 m3/s is volgens de berekenin gen niet zinvol, omdat de menging van zout en zoet water dan afneemt, zodat de doorspoeling minder effectief wordt. Wanneer het zoutgehalte op het meer voldoende is gedaald, kunnen de zout/zoet- scheidingssystemen van de scheepvaartsluizen in werking treden. Daardoor wordt de zoutlast op het meer geringer; de doorspoeling kan dan worden verminderd. Vanaf dat moment dient wel het extra zoetwaterverlies ten gevolge van de zout/zoet-scheiding aangevuld te worden, en wel via de Volkeraksluizen. Naarmate het zoutgehalte in de bovenste laag water daalt, zal de uitwisseling met de dieper gelegen lagen, die alleen voorkomen in putten en geulen, vanwege de gelaagdheid van het water afnemen. Doorspoelen met relatief grote debieten is dan niet erg effectief meer. Als vervolgens weer menging met de diepere lagen optreedt, bijvoorbeeld als gevolg van een storm, zal tijdelijk extra worden doorge spoeld. Als zich tijdens de ontziltingsperiode een periode van droogte voordoet waardoor weinig water uit het Noordelijk Deltabekken beschikbaar is, zal de doorspoelling zo nodig worden gestaakt en zal alleen zoet water via de Volkeraksluizen worden ingelaten ten behoeve van peilhandhaving. Overigens is in de prognose rekening gehouden met een periode van twee maanden waarin uitsluitend water ten behoeve van peilhandhaving beschikbaar is. Indien het water van het Hollands Diep verontreinigd is door calamiteiten in het stroomgebied van Maas en Rijn zal de inlaat van water uit het Hollands Diep zo nodig volledig worden stopgezet. Verontreinigingen op de grote rivieren worden al betrekkelijk vroegtijdig opgemerkt, ruim voordat het inlaatpunt wordt bereikt. Wordt ergens op de rivieren een verontreinigingsgolf gemeten, dan worden de betrokken diensten van de Rijkswaterstaat gewaarschuwd door de Dienst Binnenwateren en het Rijksinstituut voor de Zuivering van Afvalwater in Lelystad. Bij vroegtijdige waarschuwing is het mogelijk het peil van het Zoommeer iets op te zetten, zodat er een buffer ontstaat en er gedurende de tijd dat de golf met verontreiniging passeert geen water behoeft te worden ingelaten. Bij de aangegeven ontziltingsmethode zullen de lozingsdebieten op de Westerschelde naar verwachting niet leiden tot onderschrijding van de daar aangehouden zoutcriteria. Als tijdens de ontzilting blijkt dat niet aan de gestelde criteria wordt voldaan, dient de lozing bij Bath te worden verminderd. Ten gevolge van de lozingen tijdens de ontzilting van het Zoommeer is tijdelijke verlaging van het zoutgehalte van de Wester schelde onvermijdelijk, met name in het oostelijk deel. Ter bescherming van de aanwezige flora en fauna van het Land van Saeftinghe en ook van het westelijk deel van de Westerschelde - de Hoge Platen - is een aantal criteria geformuleerd. Het Land van Saeftinghe is hierbij maatgevend. Men wil daar geen enkele waarde aanvaarden lager dan 4 g Cl/I. Dit criterium biedt voldoende veiligheid aan de algemeen voorkomende bodemdieren. Om de huidige situatie van de vegetatie in schorgebieden zoveel mogelijk te handhaven is een norm opgesteld van 9,5 g Cl/I Westerscheldewater als zomergemiddelde en 7 g Cl/I als wintergemiddelde. Deze gehaltes hebben betrekking op het overspoelingswater van het gebied; voor toetsing aan de criteria zullen daarom de zoutgehaltes van 1 a 2 uur voor hoogwater genomen dienen te worden. Voor operationee gebruik zijn deze waarden verder nog gediffe rentieerd per maand, zodat al vroegtijdig een indruk kan worden verkregen of zonder bijstelling van de methode aan de gestelde criteria kan worden voldaan. Organisatie Ten behoeve van de ontzilting is een operatio nele werkgroep opgericht, die zorg draagt voor de dagelijkse gang van zaken. Deze groep zorgt ervoor dat dagelijks balansbereke ningen van het Zoommeer gemaakt worden, waarmee de vereiste instellingen van de Volkeraksluizen bepaald kunnen worden. Om 646

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 46