rr trkt verkrijgbaar, en niet-gangbaar materieel, d t speciaal ten behoeve van de uitvoering vé n de werken moest worden ontwikkeld en gt bouwd. Het contract onderscheidde in dat la tste geval enige materieelcategorieën, en b< od de aannemer de mogelijkheid om dit m terieel al dan niet voor eigen rekening te dc an bouwen. Al naar gelang de overeen te kc nen afschrijving ten laste van het project w rd gebracht, was aan deze keuze een bt jaald opslagregiem voor hoofdkantoorkos- te en winst gekoppeld. Het resultaat van de e opzet is geweest dat de aannemer vr wel alle schepen, met slechts een enkele ui' ondering, op kosten van het Rijk heeft la: n bouwen. De aannemer schatte de op irengst van deze werkschepen bij verkoop na net gereedkomen van de werken laag in en na n derhalve geen risico. Hij bleek gelijk te kri gen. Het geavanceerde karakter van de wt kschepen en de situatie op de internationale m rkt voor grote civiel-technische werken ku nen thans, achteraf, als belangrijkste oc zaken worden beschouwd van de ongunsti ge resultaten bij de verkoop van deze vloot. M' t betrekking tot een groot deel van de m; terialen heeft de opdrachtgever gekozen vo r de zogenaamde beschikbaarstelling aan de aannemer. Het betrof vrijwel alle steenach tig materialen en het wapeningsstaal. Het Ri sloot daartoe zonder tussenkomst van de aa inemer contracten af met leveranciers, die de materialen doorgaans op het werk aflever de t. Vc arts werden er jaarlijks deelovereenkomsten af esloten waarbij het volledige stafapparaat va de aannemer, inclusief alles wat nodig w s om dit stafapparaat te doen functioneren, Of basis van werkelijke kosten werd betaald. Di ze voor de aannemer risicoloze opzet br cht voor de opdrachtgever het gevaar mee dt dit apparaat alleen maar zou groeien, en bi de afloop van het werk moeilijk zou kunnen w rden verkleind. Mede om deze reden is te en het einde van het werk gekozen voor ee 1 eindovereenkomst waarin de laatste or Jerdelen van het werk voor een belangrijk di al in gewone aanneming zijn besteed. T( nslotte is te vermelden dat betrekkelijk w inig onderdelen van het werk in onderaan- n ning zijn uitgevoerd. B groten en onderhandelen R gelmatig moesten, binnen het kader van hi t raamcontract, door beide partners b< grotingen worden opgesteld. Rijk en a; nnemer deden dit onafhankelijk van elkaar vt or de in de deelovereenkomsten beschreven werken. Alvorens dit evenwel te doen pleegde men vooroverleg, omtrent eventueel in onderaanneming uit te voeren werkonderdelen en daartoe uit te nodigen onderaannemers, aangaande de methode en het werkplan van uitvoering van het beschreven werk, over het voor de uitvoering in te zetten materieel en over de wijze waarop de begroting zou worden ingericht. De begrotingen werden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de projectorganisa tie; kostprijsdeskundigheid werd daarbij ingebracht vanuit de lijnorganisatie. Als gevolg van het vooroverleg spitsten de verschillen bij de prijsaanbieding zich toe op verschil van inzicht in de produktiecapaciteit van mensen en materieel. De uitkomst van de prijsaanbieding moest, alvorens tot gunning kon worden overgegaan, aan bepaalde eisen voldoen. Als de aanbiedings- prijs van de aannemer meer dan 6% naar boven afweek van de Rijksraming, vond prijsoverleg plaats. De aannemer moest dan zijn begroting overleggen. In het algemeen hebben die onderhandelingen tot overeenstem ming geleid. In die gevallen waarbij partijen niet tot elkaar konden geraken, is een enkele maal gekozen voor nacalculatie en soms voor een enigszins gewijzigde opzet van de overeenkomst, waarbij meer efficiency-prikkels werden ingebouwd of de opzet wat meer regie-achtig werd, dus zonder aannemersrisico. Budgetbewaking Bij de aanvang van het Oosterscheldeproject in 1976 is door regering en parlement een maximumbudget vastgesteld voor de uit te voeren werken. Deze eis had, meer dan tot dan toe gebruikelijk voor grote civiel-techni sche projecten, een stringent karakter. Het systeem dat werd gehanteerd om voort durend een actueel inzicht te kunnen geven in de projectkosten, was erop gericht dit overzicht ook hanteerbaar te maken als management-instrument. Traditionele budgetbewakingssystemen hadden meer het karakter van een boekhouding op jaarbasis. Ze gaven weliswaar een zeer nauwkeurig beeld, maar de tussentijdse standen werden vaak te traag bekend om het bouwproces zelf er nog slagvaardig mee te kunnen besturen. De budgetbewaking is in handen gelegd van bevoegde structuren tot beoordeling en sturing van beleids-, technische en financiële aspecten. Allereerst waren dat de projectgroe pen voor de hoofdonderdelen zoals storm vloedkering, compartimenteringswerken en studie. Zij werden overkoepeld door stuurgroe- 517

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 19