F g. 7. Enkele WAQUA-
s roombeelden
4 SEPT. 1986
NATUURMETING
WAQUA
IMPLIC
F g. 8. Vergelijking van de
rr odelresultaten met de
werkelijkheid
v ior 80% open; bij een sluitgatgrootte van
1 F00 m2 wordt de opening verminderd tot
4D%, en bij 850 m2 gaat de kering dicht.
Da openingen van de kering gelden voor
g imiddelde omstandigheden.
Ir derdaad blijken de snelheden niet boven 2
rr/s te komen, wat het uitgangspunt is
g iweest bij het onderzoek.
0 ider andere dan gemiddelde omstandighe-
d n is de stormvloedkering het instrument om
d stroomsnelheden in het sluitgat te kunnen
b heersen. Bij springtij zal het openingspercen
tsge van de kering iets geringer zijn. Maar bij
d odtij moet de kering wat verder opengaan,
oin het natuurlijk milieu in de Oosterschelde
n! jt onnodig te verstoren.
In niddels werd het Slaak gedicht op 6
se ptember 1986, en het Tholense Gat op 22
01 tober. Er is dus al gelegenheid om naar de
ju stheid van de boven beschreven aanpak te
ki ken. Hoe hebben de modellen IMPLIC en
V\ AQUA zich geweerd? Om dat te kunnen
vt ststellen is een groot aantal metingen
u gevoerd.
Ir de gehele Oosterschelde zijn waterstands-
rr aetpalen beschikbaar; aan weerszijden van
e sluitgat werden bovendien tijdelijk extra
rreetpalen geplaatst. Vergelijking van de
o getreden waterstanden en vervallen met de
resultaten van IMPLIC en WAQUA geeft direct
e n indicatie van de nauwkeurigheid van de
rr odellen. Het blijkt dat de modellen de
rr setresultaten goed weergeven. Tijdens de
sl itingen zijn ook debietmetingen uitgevoerd
door een aantal meetschepen, gelegen in een
raai evenwijdig aan de as van het sluitgat.
Vanaf elk schip werden over de gehele diepte
de snelheid en richting van de stroming
gemeten met een Ott-stroomsnelheidsmeter
waarin een gyrokompas is ingebouwd. Na
middeling van de gemeten snelheden en
richtingen en sommatie over het natte profiel
van de meetraai konden de debieten worden
berekend.
In figuur 8 zijn de resultaten van de meting
van 4 september bij het Slaak en van de
WAQUA en IMPLIC berekeningen voor die
dag getekend De reproductie van het debiet
door de modellen is zonder meer goed te
noemen.
Ter controle van WAQUA zijn er tevens
drijvermetingen uitgevoerd. Bij deze metingen
werden drijverlichamen in de stroming door
het sluitgat gegooid, waarna de baan van elke
drijver werd gevolgd en vastgelegd. Deze
drijverbanen konden vervolgens vergeleken
worden met de stroompatronen volgens
WAQUA. Op dit moment zijn die vergelijkingen
echter nog niet beschikbaar.
De voorlopige resultaten van de uitvoerige
meetcampagne, die onder andere werd
opgezet om de juistheid van de gekozen opzet
te kunnen toetsen, lijken erop te duiden dat de
aanpak goed is geweest.
De evaluatie van het waterloopkundig onder
zoek, inmiddels volop in uitvoering, zal
hierover een definitieve uitspraak moeten
doen.