Tabel 5. Vervolg. Alternatieven aspecten B1 B2 B3 B4 C1 C2 C3 C4 verandering integrale projectkosten Oosterschelde- werken en apparaatkosten in miljoenen gld niet gedisconteerd - spuivariant (a) +26 +48 +70 +92 +24 +44 +64 +84 - spuivariant (b) +61 +83 +105 +127 +59 +79 +99 +119 bouwnijverheid afname directe werkgelegen heid 1983 t/m 1986, in manjaren - spuivariant (a) 180 400 590 600 340 620 890 890 - spuivariant (b) 30 250 440 450 190 470 740 790 internationale betrekkingen overleg met België nodig ja ja ja ja ja ja ja ja kasdrukverlichting voor de overheid. Hoewel het een verschuiving betreft, en de opdrachten uiteindelijk wel gegeven worden, is het effect op korte termijn - in onze moeilijke economische situatie - toch belangrijk. Men dient echter wel te bedenken dat het totale pakket Oosterschel- dewerken niet terugloopt, zodat er bij uitstel sprake is van 'minder extra'. Uitgaande van een tijdelijke omzetderving bij de compartimenteringswerken is het directe werkgelegenheidseffect bepaald. Uitstel van de compartimenteringswerken heeft invloed op de situatie op de Schelde-Rijn- verbinding. De scheepvaart ondervindt enerzijds voordeel van het uitstellen van de Krammer sluizen en anderzijds nadeel van het voortduren van het getij op de Schelde-Rijnverbinding en van ongunstiger nautische condities. Voorts is er een schutverlies richting Oosterschelde, dat met pompen bij de sluizen moet worden gecompenseerd. Daar staat tegenover dat België de investeringen voor het zout-zoetschei- dingssysteem bij de Kreekraksluizen kan doen opschuiven en dat de levering van zoet water via de Maas, ter compensatie van het zoetwa- terverlies in het zout-zoetscheidingssysteem, kan worden uitgesteld. Kwantificering van deze effecten is achterwege gelaten. Tabel 5 is de samenvattende scorekaart, waar getracht is in één overzicht alle relevante consequenties van uitstel van de compartimen- teringsdammen te presenteren. Een deel van de gevolgen voor milieu en visserij heeft een onzeker karakter, enerzijds omdat over bepaalde processen onvoldoende kennis bestaat en anderzijds omdat de weers omstandigheden, het zoutgehalte in de Noord zee en de effectieve doorstroomopening van de stormvloedkering zullen bepalen of er werkelijk verlies zal optreden. Voor het milieu geldt dat de kans op verminde ring van de soortenrijkdom toeneemt met het voortduren van uitstel. Als het effect echter is opgetreden dan neemt het in latere jaren niet meer toe. De genoemde gevolgen voor de vegetatie, de vogels en de schorren treden zeker op, ongeacht de onzekerheden vanuit de omgeving. Voor de visserij geldt dat het aangegeven verlies elk jaar opnieuw op zou kunnen treden, zolang tenminste de continuïteit van de bedrijven geen gevaar loopt. Ook hier neemt de kans op een nat jaar toe met de lengte van het uitstel. Bij de milieu-effecten is een kwalitatieve indicatie gegeven waar behalve de soortenrijk dom ook alle andere effecten in zijn meegeno men. Een uitstel van 3 4 jaar is ongunstiger beoordeeld dan een van 1 a 2 jaar, zowel omdat de kans op een nat jaar groter is als omdat de ontwikkeling in de vegetatie en de erosie van schorren en platen dan groter wordt. Dit laatste is een onomkeerbaar gebeu ren, terwijl de andere effecten in principe omkeerbaar zijn; de hersteltijd van bijzondere soorten bedraagt echter wel 10 tot 15 jaar. 321

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1983 | | pagina 35