Omzetverliezen kunnen bij uitstel van beide dammen optreden in de zoutgevoelige cultures, zoals mosselen, oesters en kreeften. De overige visserij, op paling, harder, bot en garnalen, ondervindt geen aantoonbaar nadeel. Bij mosselen treedt bij de lage zoutgehaltes geen sterfte op. De resultaten gelden voor één enkel jaar met een zoutgehalte dat een kans van voorkomen heeft van één keer in de 50 jaar. Gezien de onnauwkeurigheid in de berekende zoutgehalten en de niet wetenschappelijk onderbouwde relatie tussen zoutgehalten en gevolgen voor de visserij, gaat het hier om cijfers die een kwantificering van het verlies bij meerjarige uitstel niet toelaten. Wel weten we dat de kans op optreden van ongunstige omstandigheden ongeveer evenredig toeneemt met de lengte van het uitstel, en daarmee de kans op ernstige gevolgen voor de continuïteit en de werkgelegenheid van een visserijtak. Wat betreft de gevoeligheid van de resultaten voor onzekerheden in de aannamen geldt dat ook bij een groter getijverschil in de eindsituatie verliezen van gelijke grootte zullen optreden. Gaat men uit van een gemiddeld najaar in plaats van een nat najaar, dan zullen er vrijwel geen verliezen optreden. Bij uitstel van de aanleg van de Philipsdam heeft de scheepvaart een kostenvoordeel als gevolg van de vrije doorvaart door het Krammer. Daartegenover staat dat het later getijvrij worden van de Schelde-Rijnverbinding een kostennadeel oplevert. Verder betekent uitstel van de compartimentering dat het langer nodig blijft de Brabantse rivieren middels een sluis te verlaten. Bij hoofdalternatief B treden naast bovengenoemde voor- en nadelen, die gesommeerd een kostenvoordeel opleveren, ongunstige stromingscondities op in de monding van de Eendracht op het Volkerak. De dwarsstroming zal daar zo groot zijn, dat tijdens een gedeelte van de vloed scheepvaart regeling nodig is bij ontmoetingen tussen duwstellen onderling en met andere vaart. Bij hoofdalternatief C treedt een extra kosten voordeel op doordat de scheepvaart op de route van het Kanaal door Zuid-Beveland naar het Volkerak via het Tholense Gat zo de Schelde-Rijnverbinding op kan varen. Voor beide hoofdalternatieven betekent uitstel van de compartimentering een gemist voordeel van iets korter schutten bij de Volkeraksluizen. Het gevolg van uitstel voor de waterhuishouding hangt samen met enerzijds de zout/zoet-situatie en anderzijds de waterstanden in het gebied. De beschikbaarheid van zoet water uit het toekomstige Zoommeer brengt Zeeland, West-Brabant en Flakkee zekere baten. Aange nomen is dat het vijf jaar duurt voordat het voorzieningssysteem volledig in bedrijf zal zijn. De gederfde baten als gevolg van uitstel bedragen dan uiteindelijk f6 miljoen per jaar. Daarnaast betekent uitstel van de compartimen tering dat verdrassings- en verdrogingsschade in een aantal gebieden pas later zal optreden. Dit effect is geraamd op f 1 miljoen per jaar. Bij de afwateringssituatie gaat het in geval van uitstel van de compartimenteringswerken vooral om de toename van de frequentie van de wateroverlast op de Brabantse rivieren - die thans 1 a 2 maal per jaar optreedt - en de toename van de kans op overschrijding van het winterstreefpeil van het Veerse Meer. Een en ander moet als meer ongunstig worden beoordeeld naarmate het uitstel langer duurt. Aangezien de stormvloedkering in de periode dat de compartimenteringsdammen worden uitgesteld al operationeel zal zijn, zal uitstel geen invloed hebben op de directe veiligheid van het achterland. Als gevolg van het gereduceerde getijverschil zullen de dijken rond de Oosterschelde een meer geconcentreerde golfaanval ondergaan. Welk effect dat zal hebben, hebben is niet goed bekend; vooralsnog wordt aangenomen dat extra beheersmaatregelen in de sfeer van controle en onderzoek voldoende zullen zijn om de veiligheid te handhaven. De kosten daarvan worden over de uitstelperiode geschat op f3 miljoen per jaar. Voorts heeft uitstel consequenties voor de stormvloedkering. De ontgrondingskuilen zullen zich na het gereedkomen van de kering niet langzamer gaan ontwikkelen dan daarvoor, met als gevolg dat eerder bestort moet worden en dat het bewakingssysteem langer operatio neel moet blijven. Uitstel van de aanleg van de compartimente ringsdammen zal voor het wegverkeer een nadeel inhouden, omdat de wegverbindingen over de dammen niet beschikbaar zijn. Zowel voor de Philipsdam als voor de Oesterdam zijn de gederfde baten berekend aan de hand van verkeersprognoses, waarbij zowel reistijd als reisafstand zijn meegenomen. Bij het aspect 'Rijksbegroting' worden drie verschillende uitgavenreeksen beschouwd: bouwkosten, conserveringskosten en apparaat kosten. Onder de veronderstelling dat alle bestekken die na 1 juli 1983 in procedure gaan kunnen worden uitgesteld, volgt uit de aange paste planning voor elk alternatief een reeks van uitgaven. De som van deze reeksen vormt de bouwkosten. Bij uitstel van de compartimen teringsdammen zal met extra kosten rekening moeten worden gehouden om het reeds aangelegde deel te conserveren: de conserve- 318

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1983 | | pagina 32