Tabel 1Standaardafwijkingen van de gemiddelde samenstelling van waterbouwasfaltbeton Asfaltmengsel steen zand vulstof bitumen holle ruimte laagdikte jaar m/m m/m m/m m/m cm waterbouw asfaltbeton 1978-1979 2,46 2,30 9,67 0,32 0,87 3,74 1979 2,39 2,22 0,53 0,31 0,82 3,34 1980 1,18 1,02 0,43 0,23 0,40 2,73 werk aan de stormvloedkering ontwikkeld, aangezien deze materialen in feite nieuw waren. Kunststofweefsels werden als onderdeel van filterconstructies al wel eerder toegepast, maar nog niet op een zo grote schaal en niet in bijzondere constructies als blokkenmatten en filtermatten. Bij de toepassing van epoxyhars als basis voor de achtersabeling van de schuifgeleiders op de pijlers was gezien de werkomstandigheden regelmatig intensief overleg noodzakelijk. Er waren geen geformuleerde eisen, zodat die in overleg met de directie moesten worden vastgelegd in bestekbepalingen; wel konden daarbij bestaande keuringsmethodieken worden gebruikt. Aan de hand daarvan werd een aantal produkten in het laboratorium en op praktijkschaal getest, en werd een keuze gemaakt. Afgezien van het peil van verschillende fysische en mechanische eigenschappen is homogeniteit waarschijnlijk de belangrijkste voorwaarde, zowel bij de bereiding als ten aanzien van het eindprodukt. In dit geval worden vloeibare componenten en loskorrelig vulmateriaal gemengd, waarna de verharding van het mengsel begint. Variaties in de dosering van de harscomponenten, in de menging en ook in de temperatuur in de omgeving - zeg maar de seizoenen - zijn van onmiddellijke invloed op het eindprodukt; problemen op dit vlak moesten bij de uitvoering opgelost worden. Tekortkomingen konden worden geconstateerd aan de hand van praktijkcontrole van monsters harsmengsel en proefbalkjes gereed produkt; op grond van onvoldoende verharding werd besloten tot nader onderzoek; uiteindelijk kon één en ander tot tevredenheid worden opgelost. De kwaliteitszorg moest hier dus vooral voorzien in ad hoc-oplossingen bij gerezen moeilijkheden; tegelijk was het een intensieve controle van de werkuitvoering, meer dan keuring van een gereed produkt. De toepassing van kunststofweefsels heeft in de Oosterschelde een hoge vlucht genomen. Het materiaal wordt onder andere verwerkt in zink- en kraagstukken met al dan niet vaste ballast, in zooistukken, blokkenmatten en steenasfaltmatten. Bepaalde onderdelen van de stormvloedkering zouden zonder kunststof weefsel misschien helemaal niet uitvoerbaar zijn geweest. Denk aan de grindzak om de pijlervoet, en uiteraard aan de funderingsmat- ten. De weefsels voor blokkenmat en steenas- faltmat hebben een filterfunctie, en dienen dus, vooral bij de blokkenmat, een zekere zanddicht- heid en waterdoorlatendheid te bezitten, naast de voor het aanbrengen en functioneren nodige sterkte. De keuze voor half-open Oosterschelde verzwaarde bovendien de eis van duurzaamheid, vanwege de nu permanente functie van de bodembeschermingen. Voor het bepalen van zanddichtheid en water doorlatendheid van deze weefsels bestonden nauwelijks proefmethoden; die moesten eerst nog worden ontwikkeld, en vervolgens gestan daardiseerd. De vereiste karakteristieke waterdoorlatendheid en zanddichtheid werden vastgelegd op grond van modelonderzoek en ontwerpberekeningen. Om zicht te krijgen op de duurzaamheid was onderzoek nodig naar de wijze en vooral de snelheid van aantasting van het materiaal waaruit de kunststoffilters zijn opgebouwd. Dit zijn garens van polypropeen, waarvan bekend is dat de samenhang in de kunststof door reactie met zuurstof geleidelijk verloren gaat. Om dit tegen te gaan worden door het polypropeen bepaalde stabilisatoren gemengd. De achteruitgang door oxydatie bleek bepalend voor de duurzaamheid van het materiaal; de gegeven belastingsomstandighe den leiden tot een langere levensduurverwach- ting dan de aantasting door oxydatie. Door garens van polypropeen, die enkele dagen in zeewater waren gekookt, in een oven kunstmatig te verhitten, wordt het oxydatiepro- ces versneld. Deze methode is gebruikt bij het onderzoek, en vervolgens gestandaardiseerd voor kwaliteitscontrole op de garens waaruit de kunststofweefsels werden geweven. Vastgesteld werd tevens, dat een nieuw stabilisator-systeem nodig was om voldoende levensduur te verzekeren. De opgedane kennis 232

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1983 | | pagina 8