scheldekering worden stenen gebruikt van 10
tot 10000 kg. Vooral van de grotere soorten
steen is te verwachten dat ze, vrij vallend vanaf
de waterlijn, de pijlers kunnen beschadigen.
Hiernaar is theoretisch en praktisch nader
onderzoek gedaan. De berekeningen leidden
aanvankelijk tot sterk overdreven resultaten.
Het praktisch onderzoek wees uit dat stenen
van meer dan 3000 kg in de nabijheid van de
pijlers moeten worden vervangen door pakken
steenasfalt, die de pijlers vrij vallend mogen
treffen. Er is verder speciaal materieel ontwik
keld waarmee de valhoogte van steen tussen 1
en 3 ton gereduceerd kan worden tot maximaal
2 m. Voorts worden de pijlers beschermd met
een vergrote betondekking en met bfède
vellingkanten op alle randen.
Integratie van ecologische aspecten in water
bouwkundige projecten in kustgebieden
Beveiliging tegen overstromingen en landaan
winning waren lange tijd de enige doelen van
waterbouwkundige projecten in kustgebieden.
Later kwam daar de strijd tegen de verzilting
bij. Pas in de zestiger jaren ontstond interesse
voor de milieukundige aspecten. Deze invals
hoek heeft de planning en vooral het latere
beheer van gebieden waarin zulke projecten
werden gerealiseerd, evenwel ingrijpend
beïnvloed. In verschillende gebieden in de
wereld waar kustwerken worden uitgevoerd,
blijkt een volstrekt verschillende mate van
integratie aanwezig van de milieukunde in de
civieltechnische planning.
De Deltawerken zelf hebben in de loop van hun
uitvoering een merkwaardige ontwikkeling
doorgemaakt: van een zuiver civieltechnische
eerste fase via een overgangsfase naar een
eindfase waarin het geïntegreerd beheer ook in
bestuurlijke zin tot realiteit kan worden gebracht.
Schorrenonderzoek in de Oosterschelde
Na de gedeeltelijke afsluiting van de Ooster
schelde en de aanleg van de compartimente-
ringsdammen wordt een groot deel van het
bekken getijloos en zoet, terwijl voor het
overige de primaire voorwaarden ingrijpend
veranderen. Wat zullen de consequenties zijn
voor het schorrenareaal? Om deze vraag te
kunnen beantwoorden moet men inzicht
verkrijgen in de tegenwoordige morfologische
ontwikkelingen. Daartoe zijn langdurig metin
gen verricht op een aantal proeflocaties; de
resultaten worden hier geïnterpreteerd. In het
bijzonder blijkt het belang van de golfbeweging
ten gevolge van lange windvelden. De ontwik
keling van schorranden is afhankelijk van de
wisselwerking tussen het hydrodynamische
milieu en grondmechanische en bodemkundige
parameters zoals kritische sterkte, beworteling,
dichtheid en profielopbouw.
De sluizen bij Hansweert en het Kanaal door
Zuid-Beveland
De sluizen in het Kanaal door Zuid-Beveland bij
Hansweert vormen onder meer een primaire
waterkering. Ze voldoen echter niet aan de
Deltanorm voor zulke constructies. Ook de
meest gebruikte en jongste van de drie sluizen,
de Oostsluis, van 1916, is een zorgenkind. Hoge
waterstanden, maar ook de krachten die bij het
schutten werken op het binnenhoofd, of een
toevallige aanvaring, zouden de sluis in gevaar
kunnen brengen. Afhankelijk van de hydraulische
omstandigheden ten tijde van de aanvaring
kunnen er dan meer of minder ernstige situaties
ontstaan op het kanaal, waarvan de dijken
overigens ook niet voldoen aan de eisen.
In afwachting van vervanging van de oude
sluizen wordt onderzocht met welke maatregelen
de risico's kunnen worden verkleind.
280