|a AS OOSTERSCHELDEKERING
N.A.P.
BESTAANDE TIJDELIJKE AFDEKKING
OUDE GRONDLAAG
GRONDVERBETERING
een grootheid die aangeeft hoe hard het water
over de bodem schuurt. De grootte van deze
constante hangt echter weer af van wat men
onder 'begin van beweging' verstaat.
Volgens een nadere beschrijving van het 'begin
van beweging' hoort bij 'het zich verplaatsen
van de korrels af en toe' een lagere kritische
schuifspanning dan bij 'korrels aan de wandel,
hier en daar'. Maar daarbij hoort weer een
lagere kritische schuifspanning dan bij 'korrels
aan de wandel, op vrij veel plaatsen'. En zo
worden er nog vier kritische en telkens hogere
schuifspanningen onderscheiden.
Volgens de eerste berekeningen zouden zich bij
de gemeten stroomsnelheden zelfs niet af en
toe korrels mogen 'verplaatsen', laat staan dat
ze 'aan de wandel' zouden mogen gaan. Uit de
videobeelden en grindvangsten kreeg men
echter de indruk dat er bij sommige metingen
op vrij veel plaatsen korrels aan de wandel
waren, en niet alleen maar af en toe. Er was
dus een groot verschil tussen de meetgegevens
en de rekenresultaten. Uiteindelijk bleek het
verschil te verklaren door twee factoren. Eén
daarvan was de interpretatie van de videobeel
den en grindvangsten in termen als 'korrels
aan de wandel, hier en daar'. Om deze vrij vage
termen te vermijden werd afgestapt van de
berekening van 'het begin van beweging';
voortaan berekende men het transport, de
hoeveelheid verplaatst materiaal loodrecht op
een doorsnede.
Als het mogelijk zou zijn om het begin van
bewegen te kwantificeren in getransporteerde
hoeveelheden, hoe klein ook, dan zou een
duidelijke vergelijking tussen berekeningen en
metingen mogelijk worden.
Van oudsher bestaan er formules voor het
transport van zand en grind. In principe zijn die
252
Fig. 1. De tijdelijke en de
definitieve afdekking van de
grondverbetering
ook toepasbaar voor grof grind en breuksteen,
maar het toepassingsgebied ligt bij fijn grind
en vooral bij zand bij zeer grote transporten,
gemeten in aantallen korrels per tijdseenheid.
Daardoor zijn deze formules niet geijkt voor de
lage transporten waar het hier om gaat. Men
heeft nu een traditionele, betrouwbare formule
geëxtrapoleerd tot aan een 'kritische bodem-
schuifspanning' waarbeneden geen transport
zou plaats vinden. Er is bij lage bodemschuif-
spanningen echter wel degelijk enig transport,
en dat transport is sinds kort goed in een
formule te vangen. Op basis van de nieuwe
formule werd nu een programma ontwikkeld
waarmee het transport wordt berekend op elk
moment van de getijcyclus. Over de tijd
geïntegreerd levert dit het transport op gedu
rende een getij. Afhankelijk van de ingevoerde
parameters kan dat een gemiddeld getij zijn of