Netto doorstroom- opening Gemiddeld getij- verschil te Yerseke Aantal getijverschillen kleiner dan 2,70 m per jaar Kans dat deze situatie na 1986 werkelijkheid zal zijn situatie thans (80.000 m2) 3,53 m 16.480 m2 3,10 m 14.000 m2 2,86 m 12.500 m2 2,70 m 35 5%) 120(17%) 50% 226 (32%) 3,4% 353(50%) 0,16% Tabel 1. Kans dat de stormvloedkering de aangegeven invloed op het getij op de Oosterschelde heeft indien de correctie op de weerstandsverdeling over de sluitgaten niet wordt toegepast (dus alle schuiven open). Netto doorstroom- Gemiddeld getij- Aantal getijverschillen Kans dat deze situatie opening verschil te Yerseke kleiner dan 2,70 m na 1986 werkelijkheid per jaar zal zijn 15.790 m2 3,04 m 134(19%) 50% 14.000 m2 2,86 m 226(32%) 8,7% 12.500 m2 2,70 m 353(50%) 0,64% Tabel 2. Kans dat de stormvloedkering de aangegeven invloed heeftop het getij opdeOosterschelde indien de correctie op de weerstandsverdeling over de sluitgaten wel wordt toegepast (690 m2 ofwel 4 schuiven aan de oevers permanent gesloten). 2,70 m te realiseren, is in het verleden niet gekoppeld aan bij voorbeeld een toelaatbare kans op onderschrijding van die waarde, dan wel een geëiste kans op haalbaarheid. De Tweede Kamer heeft zich uitgesproken over een 'minimum gemiddeld getijverschil van 2,70 m te Yerseke', zonder aan te geven wat daarmee precies bedoeld werd; een 'minimum gemiddelde' bestaat niet. In de Kameruitspraak kan worden aangevoeld dat de kans klein moet zijn dat het gemiddelde getijverschil te Yerseke straks kleiner is dan 2,70 m. Deze kans is nu, op basis van toegenomen kennis aangaande de doorstroomopening en aangaande onzekerhe den in de afvoercoëfficiënt, nader gekwantifi ceerd. De kans dat het gemiddelde getijverschil te Yerseke de 2,70 m niet haalt, wordt thans geschat op minder dan 1%, in feite, zoals uit de tabellen blijkt, op respectievelijk 0,16% en 0,64%, afhankelijk van de vraag hoe men de correctie van de weerstandsverdeling inschat. De kans dat het gemiddelde getijverschil te Yerseke groter is dan 2,70 m, is dus erg groot. Het meest waarschijnlijk is dat de netto effectieve doorstroomopening straks 16480 m2 zal blijken te zijn, en daarbij behoort een gemiddeld getijverschil van 3,10 m. Tabel 1 geeft verder te verstaan dat het na voltooiing van de Oosterscheldewerken drie tot vier keer zo vaak als thans zal voorkomen dat het getijverschil te Yerseke kleiner uitvalt dan 2,70 m: bij 120 getijden, tegenover 35 nu. De gegevens waarmee in dit artikel werd gewerkt, zijn gebaseerd op modeluitkomsten. Het zijn, zoals gezegd, de beste schattingen die op dit moment voorhanden zijn. Nadat de stormvloedkering is voltooid, zal blijken hoe groot de netto effectieve doorstroomopening in werkelijkheid is. Enkele jaren na het gereed komen van de Oosterschelde-werken zal de werkelijke verdeling van de getijverschillen te Yerseke uit metingen kunnen worden vastge steld. Pas dan zal, door vergelijking met de hiei gepresenteerde prognose, komen vast te staan in hoeverre deze voorspellingen juist zijn geweest. 250

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1983 | | pagina 26