gemiddeld een positieve invloed zal hebben op
de grootte van het gemiddelde getijverschil. Bij
onze verdere beschouwingen over de te
verwachten getijverschillen te Yerseke na
voltooiing van de Oosterscheldewerken zal de
gemiddelde netto effectieve doorstroomope-
ning van 16480 m2 dan ook niet verminderd
behoeven te worden met de 1000 m2 die is
bepaald voor onderhoudssluitingen.
Voor correcties in de weerstandsverdeling over
de sluitgaten wordt 690 m2 effectief doorstroom
profiel gereserveerd. Het is niet zeker of deze
reserve al dan niet zal worden gebruikt, en dus
ook niet, of hij in mindering moet worden
gebracht op de gemiddelde netto effectieve
doorstroomopening van 16480 m2. In verband
met onzekerheid aangaande de afvoercoëffi-
ciënt en mogelijke onnauwkeurigheden in de
gebruikte getijmodellen moet voor de netto
effectieve doorstroomopening een standaardaf
wijking worden aangehouden van 1350 m2.
Rekening houdend met de bovengenoemde
voorwaarden kunnen we nu afleiden hoe de
verdeling van de getijverschillen te Yerseke zal
zijn na de voltooiing van de Oosterschelde-wer-
ken. Hierbij gaan we uit van de getijverschillen
aan de buitenzijde van de stormvloedkering,
waarvan het gemiddelde en de standaardafwij
king bekend zijn. Uit berekeningen is namelijk
bekend hoe de relatie zal zijn tussen het
getijverschil aldaar en dat bij Yerseke, gegeven
verschillende netto effectieve doorstroomope-
ningen van de kering. De verdeling van de
getijverschillen aan de buitenzijde van de
stormvloedkering kan hiermee dus worden
'vertaald' naar waarden die gelden voor
Yerseke. Het gaat bij deze berekeningen om
verdelingen die zullen optreden in een nog niet
bestaande situatie. De gegevens die men
gebruikt zijn afkomstig van modelproeven;
verder wordt een aantal veronderstellingen
gehanteerd. De voorspelling van de verdelingen
bevat daardoor een element van onzekerheid;
het is echter de beste schatting die op dit
moment voor de toekomstige situatie te geven is.
Enerzijds hebben we te maken met het stochas
tische karakter van de verdeling der getijver
schillen aan de buitenzijde van de stormvloed
kering, en anderzijds met onzekerheden
aangaande de netto effectieve doorstroomope
ning van de kering zelf. Bij overbrenging van
de verdeling van de getijverschillen aan de
buitenzijde van een stormvloedkering met een
effectieve doorstroomopening van 16480 m2
naar de binnenzijde ter hoogte van Yerseke,
blijkt op deze laatste plaats een gemiddeld
getijverschil aanwezig van 3,10 m, en een
standaardafwijking van 0,42 m.
Brengen we voor correctie van de weerstands-
248
verdeling over de sluitgaten een reductie aan
van 690 m2 effectieve doorstroomopening, dan
resteert een netto effectieve doorstroomope
ning van 15790 m2. De verdeling van de
getijverschillen aan de buitenkant van de
stormvloedkering levert, overgebracht naar
Yerseke, daar dan een gemiddeld getijverschil
op van 3,04 m, en een standaardafwijking van
0,39 m.
Als gevolg van de onzekerheid over de effectieve
grootte van de doorstroomopening en onnauw
keurigheden in de gebruikte getijmodellen
bestaat de kans dat het effectieve doorstroom
profiel niet 16480 m2 bedraagt, maar een
andere waarde aanneemt. Daarom zijn ook
verdelingen afgeleid die behoren bij enkele
andere waarden van de netto effectieve
doorstroomopening: 14000 m2 en 12 500 m2. In
de tabellen 1 en 2 zijn de resultaten van de
verschillende berekeningen samengevat,
respectievelijk voor het geval dat niet en dat
wèl rekening wordt gehouden met een correctie
van de weerstandsverdeling over de sluitgaten.
Tabel 1 geeft volledigheidshalve ook de
gegevens die betrekking hebben op de situatie
zonder stormvloedkering, en die al eerder in dit
artikel werden genoemd. Men vindt in de
tabellen de doorstroomopening, het daarbij
behorende gemiddelde getijverschil te Yerseke
en het aantal getijden dat bij een bepaalde
doorstroomopening kleiner is dan 2,70 m. In de
laatste kolom is de kans aangegeven die er
bestaat dat de genoemde doorstroomopening
na voltooiing van de Oosterscheldewerken
inderdaad de werkelijke zal zijn, en daarmee
het bijbehorende gemiddelde getijverschil.
Een gemiddeld getijverschil te Yerseke van
2,70 m blijkt te behoren bij een netto effectieve
doorstroomopening van 12 500 m2. Waarom
hoort dit gemiddeld getijverschil niet bij 14000
m2, zal men zich afvragen. Dat werd immers
verondersteld toen de politieke keuze werd
gemaakt. De berekeningen die ten grondslag
lagen aan de beslissing een doorstroomopening
te kiezen van 14000 m2, wijken op een aantal
punten af van de gegevens die in dit artikel
worden gehanteerd: de modellering van de
stormvloedkering in het wiskundig model dat
getijverschillen te Yerseke berekent, is inmiddels
aangepast aan de meest recente gegevens.
Ook wordt in dit artikel rekening gehouden me
het feit dat de getijverschillen langs de kust
van Zuidwest-Nederland de laatste tien jaren
een stijgende tendentie vertonen. Ook is onze
uitdrukking 'gemiddeld getijverschil' niet
helemaal gelijk aan het eerder gehanteerde
'getijverschil van het gemiddelde getij'.
De intentie om onder vrijwel alle omstandighe
den te Yerseke een gemiddeld getijverschil va