Fig. 1. Situatie van het Bathse spuikanaal en de overbrug gingen Bij het bepalen van het dwarsprofiel van de bruggen in de Bathseweg, Rijksweg A58 en Rijksweg 258 is men in eerste instantie uitge gaan van een wegindeling gelijk aan die van de corresponderende brug over het Schelde-Rijn- kanaal. De brug in de Bathseweg zou dan voorzien zijn van een hoofdrijbaan en een parallelweg. Echter, de breedte van de bestaan de brug, gebouwd in 1972, is afgestemd op de nodige infrastructuur voor het plan 'Reimers- waal', dat de vestiging van industrie op het oog had. Van dit plan is tot op heden niet veel terecht gekomen, met als gevolg dat momenteel alleen de parallelweg in gebruik is. Daarom kan in de Bathseweg op dit moment worden volstaan met een smalle brug, waar later als het nodig mocht zijn een tweede brug naast kan worden gelegd. De weg is ingedeeld in twee rijstroken voor 216 Fig. 2, 3 Dwarsdoorsnede door de brug in de Bathsewe (boven) en de brug in RW AE i auto's, elk met een breedte van 2,70 m, en twee fietspaden van 1,55 m breed (figuur 2). Daar de breedte tussen de geleiderailconstrur ties op de nieuwe brug groter is dan bij de parallelweg op de bestaande, zal de geleiders I daar aan één zijde worden verplaatst, om dezelfde wegindeling te verkrijgen. De bruggen in Rijksweg A58 over het Schelde Rijnkanaal zouden drie rijstroken en een vluchtstrook krijgen. De Rijksweg heeft mome i- teel echter slechts 2x2 rijstroken en vlucht stroken, en op korte termijn is niet te verwacht n dat hij zal worden verbreed. Daarom is beslot n om de breedte van de nieuwe bruggen hierof af te stemmen (figuur 3). Indien het aantal rijstroken later wordt gebracht op 2 x 3, dan zullen op de bruggen over het spuikanaal de vluchtstroken ontbreken. De breedte van de brug in Rijksweg 258 is ee tijd lang afhankelijk gesteld van de vraag of d i westzijde van het Kreekraksiuizencomplex vis een afrit vanaf Rijksweg 258 bereikbaar moes zijn voor gemotoriseerd verkeer. Daarvoor zo i één fietspad verbreed moeten worden tot parallelweg. Uiteindelijk bleken er andere mogelijkheden te zijn, zodat het dwarsprofiel op de brug beperkt kon blijven tot één hoofd ij- baan met twee vrijüggende fietspaden (figuu 4| Constructie De bruggen werden gebouwd als het kanaal nog niet is gegraven. Daardoor zal het steige - werk voor een ter plaatse te storten dek eenvoudiger en dus ook goedkoper zijn dan i andere situaties; toch is meteen gekozen voc een bovenbouw die samengesteld is uit geprefabriceerde voorgespannen-betonbalke t, in combinatie met een ter plaatse te storten

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1983 | | pagina 36