BOVENLEIDINGSPORTALEN
01.60
Fig. 4, 5, 6. Dwarsdoorsnede
van de brug in RW 258, van de
leidingenbrug en van de
spoorbrug
Fig. 7. (rechts) Onderaanzicht
van de bruggen in RW A 58
wanddikte varieert over de hoogte. Bij de
bepaling van de wanddikte is de te verwachte i
aantasting door corrosie mede maatgevend;
daarom is de wand ter plaatse van de water-1 n
windlijn 10 mm dikker gemaakt dan construct! >f
wordt vereist. Eronder en erboven bedraagt d i
extra dikte 5 mm. De palen worden bovendiei
nog in- en uitwendig geconserveerd met
epoxy-koolteer.
De verbinding tussen de paal en de oplegbalk
wordt verkregen door aan de paal gelaste
ankers op te nemen in de balk; de bovenste
0,5 m van de paal wordt gevuld met beton, or i
corrosie van ankers en laswerk te voorkomen
De stalen palen zijn niet voorzien van een
bodem. Het draagvermogen wordt geleverd
door wrijving langs de buiten- en binnenkant
van de paal en de puntweerstand van de
grondkolom in de paal. De landhoofden zijn
218