eisen. Daarom is er een onderzoek uitgevoerd naar eventuele bijstelling van de verdichtings- eisen. In hoeverre kan er op de bovengenoemde gebieden nu worden geoptimaliseerd? Optima lisering van de bedrijfscoëfficiënt is vrijwel niet mogelijk, daar de verlet-uren optreden door normale stagnaties bij de bedrijfsvoering van de 'Mytilus'. Voor de planning wordt daarom rekening gehouden met een bedrijfscoëfficiënt van 0,65. Onderzocht is welke maatregelen er dienen te worden genomen om met een optimale naaldwaarde te kunnen werken. Geanalyseerd werd hoeveel reserve-onderdelen men in voorraad moet hebben en in de loop der tijd bestellen zodat de beschikbaarheid van reserve-onderdelen maximaal wordt. Daarnaast is nagegaan in hoeverre de kwaliteit van de verschillende trilnaaldonderdelen en verbindin gen - lassen bijvoorbeeld - kan worden verbeterd, opdat de levensduur van de trilnaal- den vergroot wordt. De uit dit onderzoek voortgekomen verbeteringen zijn dan ook toegepast. Op grond van deze verbeteringen is een nieuwe prognose voor de levensduren van de verschil lende trilnaald onderdelen opgesteld (zie onderstaande tabel). De getallen tussen haakjes geven aan hoeveel de gemiddelde levensduren vóór de optimali sering bedroegen. De praktijk moet nog uitwijzen wat de levensduur is van de trilmoto- ren, daar nergens in de wereld ervaring is met zeer lang in bedrijf zijnde trilmotoren. De resultaten van de uitgevoerde analyses geven aan dat voor 1981 11 volledigetrilnaalden nodig waren, exclusief trilvibratoren. Voor 1982 zijn voorlopig 10 volledige trilnaalden nodig; of dit aantal juist is, zal blijken uit de gedurende 1981 opgedane ervaringen met het repareren en vervangen van trilnaaldonderdelen. Zoals gezegd is besloten tenminste één extra trilmotor per naald toe te voegen, gezien de onbekende levensduur en de kans dat er tijdens het preventieve onderhoud van een trilmotor een andere stuk gaat. Deze voorinvestering kost minder dan de schade die zou optreden indien er niet voldoen de vibratoren aanwezig zouden zijn in geval van stukgaan. Voor de verlenging van de levensduur der trilnaaldonderdelen zijn grondige periodieke inspecties noodzakelijk, en de hieruit voortkomende reparaties. Bij het preventieve onderhoud is de triluren- grens belangrijk waarbij de verschillende trilnaaldonderdelen op gebreken moeten worden gecontroleerd. Na elke 200 draaiuren worden de trilnaalden, behalve de vibrators, dan ook gecontroleerd: de trilnaalden worden uitgewisseld, gedemonteerd en gecontroleerd in een werkplaats. Na 800 draaiuren wordt de naald ontmanteld: de schachten worden in pijpen en flenzen gesplitst, en de laszones verwijderd; daarna worden de delen weer tot schachten samengesteld. Daar naar verwach ting de gemiddelde levensduur van een vibrator aanzienlijk groter zal zijn dan die van de andere trilnaaldonderdelen, worden de vibratoren na 1000 tot 1500 draaiuren volledig doorgelicht en gereviseerd. Voor een doeltref fende uitvoering van het preventieve onderhoud zijn voorzieningen aangebracht aan boord van de 'Mytilus' en in een reparatieloods aan de wal. Als er trilnaalden breken in de grond, is het niveau waarop de doorgaande scheur zich bevindt van zeer groot belang. Boven 50 cm onder de onderbegrenzing van de fijne op- schoonslag van de Cardium wordt het restant van de gescheurde naald uit de grond getrokken. Ligt de doorgaande scheur beneden dat niveau, dan is het goedkoper om het restant van de naald in de grond te laten zitten. Het uittrekken van de resterende naaldlengte en het hierna opnieuw verdichten van het gebied rondom de getrokken naald kost veel meer dan een nieuwe trilnaald. Op grond van de resultaten van de uitgevoerde analyses en de daaruit voortvloeiende genomen of nog uit te voeren maatregelen, is de gemid delde naaldwaarde gekomen op 0,80 a 0,85, Onderdeel 1e levensduur 2e levensduur 3e levensduur (uren) (na 1 x stuk gaan) (na 2x stuk gaan) boven- en onderschacht 800 (500) 400 (200) 400 (200) adaptors 800 (500) 400(200) 400 (200) resonatoren 800 (230) 600 (230) 400 (230) 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1982 | | pagina 14