Sedimentologisch onderzoek op het werkeiland
in de Philipsdam
De bodemmorfologie in de geulen van ons
Deltagebied wordt in hoge mate bepaald door
de sterkte van de getijstromen. De sedimentaire
gelaagdheid van bodemprofielen geeft later
een exact beeld van de processen die zich
hebben voorgedaan.
Bij de aanleg van de bouwput voor de Kram
mersluizen is een profiel onsloten dat pas
twintig jaar geleden gevormd werd bij de
verzanding van een vloedschaar: in het profiel
verschijnen telkens zandribbels in de vloedrich
ting. Het sedimentatie- en erosieproces kon
nauwkeurig worden geconstrueerd. Het bleek
dat de dikte van de ribbels correspondeert met
de cyclus van doodtij en springtij.
Slibtransport in de Oosterschelde
Verandering van het slibgehalte in de Ooster
schelde of van de fractie organische bestand
delen erin, zou consequenties hebben voor de
bodemdieren. Daarom worden de slibstromen
en de sedimentatiepatronen in het bekken
bestudeerd.
Metingen en berekeningen hebben tot nu toe
een aantal tegenstrijdige resultaten opgeleverd;
ter verklaring is verbetering nodig van ons
inzicht in de mechanismen van afzetting en
erosie. Tot op heden is het alleen in kwalitatieve
zin gelukt het resulterend sedimenttransport in
landwaartse richting te verklaren. In een
numeriek wiskundig model dat voor dit doel is
ontwikkeld, zullen voortaan ook gekwantificeer
de simulaties worden doorberekend.
50