enander brachtmetzich mee datde vloedschaar
in kwestie al snel minder stroom ging voeren,
waardoor de geul begon te verzanden. De
opeenvolging van scheefgelaagde structuren,
die in de ontgraving waar te nemen was (figuur
3), is tijdens het verzanden van de geul gevormd.
Scheve gelaagdheid ontstaat bij sedimentatie
op de steile lijzijde van de bodemribbels. Uit
het feit dat de scheve gelaagdheid in de
ontsluiting in oostelijke richting helt, valt af te
leiden dat zij gevormd is door ribbels in de
vloedrichting. Dat er geen scheve gelaagdheid
wordt aangetroffen in de ebrichting, duidt erop
dat de ribbelverplaatsing volledig werd
beheerst door de vloedstroom, zodat aangeno
men mag worden dat de ebstroom minder
krachtig was.
Dit is in overeenstemming met de schaarvorm
van de geul. Op een luchtfoto van 12 mei 1966,
Fig. 4. De zuidoever van het
Krammer ten tijde van de
vorming van de beschreven
afzetting
Fig. 3. Grootschalige scheve
gelaagdheid, gevormd door
bodemribbels
WEST
36