Mogelijkheden voor
de recreatie in de hals van
Zuid-Beveland
De recreatiedruk op de oevers van de Ooster-
schelde, op de Zeeuwse stranden en het
Veerse-Meergebied dreigt in de toekomst te
groot te worden. Om verdere belasting te
voorkomen, is het beleid van de provincie
Zeeland erop gericht, op daarvoor geschikte
plaatsen langs de oostelijke toegangsroutes
naar Midden-Zeeland opvangpunten voor de
recreatie te creëren. Mogelijkheden daartoe
zouden er onder andere kunnen zijn in het
Verdronken Land van het Markiezaat van
Bergen op Zoom, waar als gevolg van de
compartimentering van het Oosterscheldege-
bied een nieuwe situatie zal ontstaan. Er komt
daar een meer van zoet water met een min of
meer vast peil en er vallen gronden permanent
droog die nu nog periodiek worden overspoeld.
Maar er zijn ontwikkelingsmogelijkheden van
het natuurlijk milieu in dit gebied, die het
creëren van een recreatief opvangpunt minder
gewenst maken. Daarom is als onderdeel van
de werkzaamheden van de Commissie Compar
timentering Oosterschelde een globaal
onderzoek ingesteld naar alternatieve mogelijk
heden voor de ontwikkeling van de recreatie in
het smalle gedeelte, de zogenaamde hals, van
Zuid-Beveland. Gedacht werd aan mogelijkhe
den voor de oeverrecreatie en daarmee
samenhangende recreatievormen, zoals
zwemmen, varen met opblaasbootjes, roeien,
plankzeilen en vissen; voorts aan mogelijkheden
voor meer extensieve recreatievormen ten
behoeve van zo'n 3000 recreanten. De studie
heeft uitgewezen dat er mogelijkheden voor de
recreatie zijn langs het Bathse Spuikanaal, dat
nu in uitvoering is, en in de naaste omgeving
daarvan.
Het recreatieve medegebruik van het Spuikanaal
zal beperkt blijven tot niet te intensieve recreatie,
538
gericht op het gebruik van de oevers en het
water. De maximale stroomsnelheden in het
kanaal bedragen 0,5 m/seconde; er treden
peilvariaties op van 30 cm in 2 3 uur, maar
mede vanwege de lage frequentie van optreden
vormt dit in het algemeen geen belemmering
voor de recreatie.
Incidenteel kan de stroomsnelheid enige hinder
opleveren, bij voorbeeld voor met opblaasboot
jes varende kinderen. Bij de oeverrecreatie
moet in het algemeen aan een kleinschalige
opzet worden gedacht. Plaatselijk kunnen, in
verband met de ontsluitingsmoeilijkheden in
hoofdzaak langs de westelijke oever, grasstro
ken worden aangelegd, die mogelijkheden
bieden voor zonnen, spelen en picknicken.
Voorts kan vanaf deze locaties worden gezwom
men en gevaren met opblaasbootjes. Ten
behoeve van de recreanten zouden eenvoudige,
verplaatsbare sanitaire voorzieningen kunnen
worden neergezet.
Het benodigde vrije contact met het water kan
worden bereikt door hier en daar de rietbegroei
ing te onderbreken.
De waterrecreatie zou kunnen bestaan uit
plankzeilen, roeien en kanovaren. Het bouwen
van een boottrailerhelling en aanlegsteigers
dient, in verband met de aantrekkingskracht die
zulke voorzieningen uitoefenen op de bezitters
van grotere boten, bij voorkeur achterwege te
worden gelaten.
De aard van het recreatieve gebruik en de
aanwezigheid van kwetsbare rietoevers maakt
het varen met snelle motorboten minder
gewenst.
Sportvisserij is in principe langs het gehele
kanaal mogelijk, zowel vanaf de wal als vanuit
visbootjes. Naar verwachting zal de omgeving
van de Spuisluis de grootste aantrekkingskracht