De beslissing om de Oosterschelde niet af te
sluiten met een dam, maar in plaats daarvan
een stormvloedkering te bouwen, betekende Het onderzoekings- en
voor de meet- en studieafdeling te Zierikzee een werkvaartllig 'Lodycke'
belangrijke uitbreiding van het takenpakket.
De bouw van de stormvloedkering en daaraan
gekoppeld die van de beide compartimente-
ringsdammen vereisen een intensievere
operationele begeleiding gedurende lange tijd.
Op korte termijn waren daarenboven uitgebrei
de metingen en lodingen nodig, onder andere
voor het vastleggen van de nu bestaande
stromingstoestanden, voor de situering van
werkeilanden en de bepaling van zandwingebie-
den. Tegelijk bleken ook de meettechnieken en
de beschikbare capaciteit rijp voor ingrijpende
veranderingen. Tijdens de verschillende
bouwfasen zullen de stroomsnelheden enorm
toenemen, en in de sluitgaten is dan groot
werkmateriaal aanwezig. Het bestand aan
meet- en hulpvaartuigen was niet geschikt om
de geschetste veranderingen en uitbreidingen
van het takenpakket op afdoende wijze op te
vangen. Daarom is een vervangingsschema
opgezet, met het doel om het vaartuigen-be
stand in zo kort mogelijke tijd op peil te
brengen, zodat het takenpakket verantwoord
kon worden uitgevoerd. Eén van de nieuwe
taken werd het verzorgen van bijzondere
verankeringen voor stroommeetapparatuur en
vaartuigen.
Op de bodembescherming in de as van de
Oosterschelde-kering mag zoals bekend niet
geankerd worden met normale scheepsankers
omdat die de bodembescherming beschadigen.
Voor de grote werkvaartuigen, de 'Mytilus', de
'Jan Heymans', en zo meer, zijn volgens een
bepaald patroon ankerpalen in de zeebodem
geheid. Ter verkrijging van de noodzakelijke
hydrografische gegevens moet het net van
plaatsvaste ankerpalen soms echter worden
verdicht. In die gevallen wordt gebruik gemaakt
van ankerblokken of van peurankers. Peurankers
bestaan uit stukken ketting, in lengte variërend
532
van 1 tot 5 meter, die met sluitingen en
staaldraad met elkaar verbonden worden en zo
een tros vormen. Afhankelijk van de plaats en
het type vaartuig dat er gebruik van maakt,
kunnen deze trossen een gewicht hebben van
een tot twee ton. Hun verankeringsrendement
wordt nog vergroot doordat de peur vrij snel
onder het zand raakt tengevolge van het
zandtransport.
Een betonnen verankeringsblok ontleent zijn
rendement voornamelijk aan zijn eigen gewicht.
Voor het plaatsen van peuren en ankerblokken
was geen geschikt vaartuig aanwezig in de
toenmalige vloot; daarom is besloten een
meet- en peilvaartuig te vervangen door een
meet-werkschip.
Bij scheepswerf K. Damen te Boven-Hardinxveld
is in 1980 het meetwerkschip 'Lodycke' ge
bouwd, dat op 15 september 1980 officieel kon
worden overgedragen. Het is een dubbel-
schroefs vaartuig met een lengte van 23,50 m,
een breedte van 7,20 m en een grootste
diepgang van 2,60 m.
Voor de voortstuwing zijn twee motoren van
340 PK beschikbaar. De maximaal haalbare
vaarsnelheid bedraagt ongeveer 20 km/h.
De technische installatie bestaat verder uit drie
generatoren, die gezamenlijk een vermogen
van 90 KVA kunnen leveren. Deze energie is
onder meer nodig voor de hydraulische
hijskraan, de vier davits, de stuurmachine, de
ankerlieren en de meet- en navigatieapparatuur.
De accommodatie aan boord bestaat uit een
meet-stuurhut, een vanaf het werkdek bereik
bare berging onder de meet-stuurhut en
benedendeks een berging in het voorschip,
twee 2-persoonshutten, een kombuis, een toilet
en een douche/wasruimte.
De meet-stuurhut is vrij ruim opgezet voor