Fig. 1. De alternatieve recrea tiemogelijkheden A, B en C. op de sportvissers uitoefenen. Geconcludeerd kan worden dat met betrekking tot het Bathse Spuikanaal zelf niet moet worden gedacht aan grootschalige recreatieve ontwikkelingen. Mogelijkheden in de omgeving In de naaste omgeving van het Spuikanaal zijn op verschillende plaatsen mogelijkheden voor meer extensieve recreatie aanwezig. Voor de realisering van de mogelijkheden zijn drie alternatieve plannen uitgewerkt. Alternatief A betreft het recreatieve gebruik van een speciedepot westelijk van de Kreekrakslui- zen, een gedeelte van het Spuikanaal en een gedeelte van de strook tussen het Spuikanaal en de Schelde-Rijnverbinding. In dit gebied is een waterplas gedacht, in open verbinding met het Spuikanaal. Alternatief B omvat een voormalig schorgebied annex speciedepot, een gedeelte van het Spuikanaal, een gedeelte van de strook tussen het Spuikanaal en de Schelde- Rijnverbinding en het gebied ten Zuidoosten van de Bathse Spuisluis. Ook de bestaande spuiboezem bij Bath is bij alternatief B onder gebracht. In een gedeelte van het voormalig schorgebied annex speciedepot is een waterplas geprojecteerd in open verbinding met het water van het Spuikanaal. Alternatief C wordt gevormd door het nu nog niet functionerende bufferbekken van het zout-zoetscheidingssysteem van de Kreekrak- sluizen. De definitieve vorm van het bekken kan zo worden ontworpen dat er mogelijkheden ontstaan voor de recreatie. Het bekken wordt nu al gebruikt door plankzeilers. De oevers van het bekken worden, vooral door gezinsleden van de plankzeilers, gebruikt als oeverrecreatie gebied. Van de mogelij kheden en de consequen ties van de genoemde alternatieven wordt in het vervolg van dit artikel een overzicht gegeven. De oevers van de waterplassen in de alternatie ven A en B en van het bufferbekken in alternatief C bieden mogelijkheden voor de oeverrecreatie. Hier kan voldoende oeverlengte worden gecreëerd voor 3000 recreanten. In verband met de optredende peilvariaties is alternatief C overigens wat minder geschikt voor de oever recreatie. Wat de geschiktheid van het zwemwater betreft, in alle alternatieven wordt voldaan aan de normen voor open zwemwater. Langdurige algenbloei wordt echter niet uitgesloten. In zo'n periode is het water minder geschikt als zwemwater en in elk geval onaantrekkelijk. Door de aanwezigheid van water uit het 539

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1982 | | pagina 25