Aanzanding bij de bouw van de Oosterschelde-kering De stormvloedkering in de Oosterschelde wordt gebouwd in drie stroomgeulen met een van nature zandige bodem. Als gevolg van golf en stroom zal het zand in deze geulen zich voortdurend verplaatsen. Voor een deel gebeurt dit doordat de zandkorrels als het ware over de bodem rollen, voor een ander deel wordt het zand in de stroom opgenomen en vervolgt het zwevend zijn weg. Het is kenmerkend voor het Oosterscheldebek- ken en de aansluitende voordelta dat het zandtransport iedere zes uur van richting verandert. Onder invloed van het getij gaat het zand het ene deel van de dag oostwaarts, het Oosterscheldebekken op, en het andere deel van de dag beweegt het westwaarts, naar zee. Omdat beide transporten vrijwel in evenwicht zijn - per saldo gaat er iets meer uit de Ooster schelde dan erin komt - verandert het geulen patroon van nature slechts langzaam. Snelle wijzigingen worden doorgaans veroorzaakt door activiteiten van de mens. Hoewel uit peilingen blijkt dat de bodemligging uiteindelijk weinig lijkt te veranderen is er in werkelijkheid wel sprake van een voortdurende beweging van het bodemoppervlak. Het verschijnsel van de zandtransporten speelt bij het ontwerp en de uitvoering van de stormvloedkering een belangrijke rol. Deze bijdrage handelt daarover. Zoals bekend wordt de Oosterschelde-kering samengesteld uit onderdelen die vooraf op het land zijn vervaardigd. Het doel van deze bouwwijze is tweeledig. In de eerste plaats beperkt dit het aantal bouwhandelingen in de sluitgaten, de bouw is daardoor zo min mogelijk onderworpen aan de elementen wind en water waarmede het Oosterscheldegebied zo rijkelijk is gezegend. In de tweede plaats werd met deze bouwwijze althans ten dele een oplossing gevonden voor ongewenste aanzandingen die het gevolg zijn van eerder genoemde zand transporten. Om welke reden is aanzanding nu zo ongewenst en met welke aanzanding moet bij de bouw van de kering rekening worden gehouden? Om een constructie zoals de Oosterschelde- kering te kunnen plaatsen op een zandige 467 *iV v„.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1982 | | pagina 5