Foto's bovenLamsoor (links) en Echt lepelblad tussen Riet. Hiernaast en op de vorige pagina: zoutminnende plan ten van het schor. op droge zandige plaatsen soorten als Dun- staart, Zeevetmuur, Hertshoornweegbree en Sierlijke vetmuur. Op voedselrijkere vochtige plaatsen, hier meestal beweid, zijn er grazige vegetaties van Rood zwenkgras, Fioringras, Zilverschoon, Veldgerst, Herfstleeuwetand, Smalbladige rolklaver en Witte en Aardbeikla ver. Nog hoger gaan deze begroeiingen over in duinvegetaties met voornamelijk zoutmijdende planten. In de rest van het Oosterscheldegebied komen dergelijke vegetaties op de schorren niet of heel weinig voor. De hiervoor besproken vegetaties komen vooral goed ontwikkeld voor in het Oosterschel- debekken, vanaf de monding tot het Zijpe. In het Volkerak hebben de vegetaties een wat ander karakter, als gevolg van de invloed van het brakke water. Lamsoor, Gewone zoutmelde. Zeealsem en Engels gras komen hier minder voor. Met name Schorrezoutgras groeit hier veel beter, en vormt gesloten vegetaties. Een vijftal soorten is kenmerkend voor dit brakke milieu: Riet, Zeebies, Echt lepelblad, Zilt torkruid en Heemst. In de rest van de Ooster- schelde met uitzondering van het schor bij Bergen op Zoom, waar sprake is van zoete kwel, komt men die niet tegen. Riet en Zeebies groeien vooral in lage natte kommen. Ze nemen in het brakke gebied de plaats in van het Engels slijkgras. Voor de voltooiing van de Volkerakdam kwamen riet en zeebiesvegetaties nog vrij veel voor. Nu zijn er nog maar enkele fragmenten van over, met name in het meest brakke oostelijke deel. Van de drie andere brakwatersoorten is het in het voorjaar mooi wit bloeiende Echt lepelblad het minst zeldzaam. Van deze plant zijn ook nog enkele groeiplaatsen bekend op de schorren ten noorden van St.-Philipsland, zodat deze soort ook na de voltooiing van de Philips- dam nog in het gedempt-getijdegebied aanwe zig zal zijn. Zilt torkruid en ook Heemst met zijn fluwelige bladeren en grote rose bloemen komen slechts op enkele plaatsen in het Volkerak voor. Voor Heemst zijn deze groeiplaatsen de laatste onder brakwatergetijde-omstandigheden in Nederland. Het Haringvliet, waar deze soort vanouds veel voorkwam en nog voorkomt, is in 1971 afgesloten. In andere brakwatergebieden in Nederland, de Westerschelde en de Dollard, komt de soort niet voor. Gevolgen van de getijdedemping Na de aanleg van de compartimenteringsdam- men zal er van de 1700 ha schor nog 600 ha 503

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1982 | | pagina 41