8), waardoor met behulp van aangepaste vrachtwagens, die over de brug tussen het werkeiland en de Grevelingendam heen en weer rijden, betonblokken in het sluitgat kunnen worden gestort. Er zijn ruim 100 000 blokken van 1 m3 nodig. In het Tholense Gat wordt een zanddrempel aangebracht tot N.A.P. -10 m, afgedekt door een bodembescher ming. Vervolgens kunnen de zandsluiting van het Marollegat in maart/april en de steensluiting van het Tholense Gat in mei/juni met behulp van een varend bedrijf worden uitgevoerd. Bij alternatief II geldt voor de steensluiting van de Oesterdam in mei 1986 hetzelfde als bij alternatief I. Om een zandsluiting van de Philipsdam mogelijk te maken zal in november 1986 het getij gedurende 3 4 weken moeten worden gerekt tot tweemaal de normale periode. Overdag kan het getij vrijwel normaal verlopen terwijl de stagnante perioden 's nachts kunnen vallen. Bij de zandsluiting van beide dammen volgens alternatief III geldt hetzelfde als bij de zandslui ting van de Philipsdam volgens alternatief II. De uitwerking van deze alternatieve mogelijk heden op milieu, visserij, waterhuishouding, scheepvaart, uitvoering en planning en kosten worden nog bestudeerd; daarna kunnen de alternatieven onderling worden vergeleken. Ook wordt nog gekeken naar het effecten van sluitingen in andere perioden van het jaar. De planning van de sluiting van de compartimen- teringsdammen is voorshands gericht op alternatief I (fig. 9). Dit alternatief vergt meer tijd dan de beide andere mogelijkheden door de voorbereidende werkzaamheden die erbij te pas komen, zoals het inrichten en aanleggen van stortsteendepots en/of van blokkenterreinen en het aanbrengen of verzwaren van bodembe schermingen, Wanneer de studies naar de sluitingsmogelijkheden zijn afgerond zal daar in een volgend artikel nader over worden gerapporteerd. Bij de vigerende planning van de stormvloedkering moet een beslissing omtrent de methode medio 1982 worden genomen. 456

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 50