normale periode maar met tot nul afnemend getijverschil. In december 1978 is een volgende nota uitgebracht, waarin de uiteindelijke keuze betreffende de sluitingsmethode voor het Krammer en het Tholense Gat beperkt werd tot twee alternatieven. Als eerste een blokkensluiting met betonblokken of zware stortsteen bij het vrijwel volle getij, plaatsvindend in augustus of november 1985, dus nadat de dorpelbalken in de Oosterschel- de-kering zijn aangebracht. Bij de uitvoering wordt gebruik gemaakt van een hulpbrug. Het alternatief is een zandsluiting bij gerekt getij, waarbij een zo groot mogelijk getijverschil zo lang mogelijk wordt gehandhaafd; de reductie van de zandverliezen wordt bewerkstel ligd door gedurende twee maanden de periode van het getij trapsgewijs tot driemaal de bestaande te verlengen. Uitgangspunten voor realisering van deze alternatieven waren, dat de Oosterschelde-kering operationeel zou zijn op 1 oktober 1985 en dat het plaatsen van de dorpelbalken drie maanden tijd zou kosten, van juni tot en met augustus 1985. Door het aanbrengen van de dorpelbalken tussen de pijlers van de stormvloedkering neemt het doorstroomprofiel in de mond van de Ooster- schelde af van 50 000 m2 tot 15 000 m2. In de ongecompartimenteerde Oosterschelde zou het getijverschil te Yerseke bij gemiddelde omstandigheden in de mond van de Ooster schelde dan afnemen van 3,4 m tot 2,4 a 2,5 m. De conclusie van deze nota wees in dezelfde richting als de faseringsstudie: bij de planning en voorbereiding van de compartimenterings- werken diende te worden uitgegaan van een blokkensluiting bij het volle getij en wel vanaf een hulpbrug; inmiddels moest de mogelijkheid van een zandsluiting verder worden onderzocht. Dorpelbalken Sinds december 1978 is een tweetal belangrijke randvoorwaarden voor de sluiting van de compartimenteringsdammen gewijzigd, namelijk de datum van gereedkomen van de Oosterschelde-kering, en de periode waarin de dorpelbalken zullen worden geplaatst. In 1978 werd nog uitgegaan van plaatsing tussen juni en augustus 1985, waarbij de gehele kering dan klaar zou zijn op 1 oktober 1985. Thans zegt de planning dat de dorpelbalken in de periode oktober 1985 tot 1 oktober 1986 zullen worden geplaatst, en dat de kering operationeel is op 1 oktober 1986. Nu de plaatsing van de dorpelbalken zo'n vooruitgeschoven langdurige operatie geworden is, zal het getij op de Oosterschelde al in de loop van 1986 beginnen 454 af te nemen (fig. 6). Dit biedt de mogelijkheid om hier met het sluiten van de Philips- en de Oesterdam op in te spelen. Door de afname van de stroomsnelheden in de sluitgaten Krammer en Tholense Gat kunnen ze al enigszins worden verkleind vóór de eigenlijke sluiting. Bij het Tholense Gat kan het sluitgat verticaal verkleind worden door het aanbrengen van een zanddrempel tot N.A.P. -10 m en bij het Krammer horizontaal door het uitbouwen van een damaanzet van 350 m aan de noordzijde van het werkeiland. De eigenlijke sluiting van het Tholense Gat kan dan met stortsteen met behulp van een varend bedrijf worden voltrok ken en die van het Krammer met betonblokken, gestort vanaf een 700 m lange hulpbrug. Natuurlijk is dit sluitingsalternatief uitvoerig vergeleken met voor beide dammen een betonblokkensluiting bij het volle getij, zoals tot aan de wijziging in de dorpelbalkenplanning werd aangehouden en wel op de punten milieu en visserij, waterhuishouding, scheepvaart, uitvoering en planning, relatie met de Ooster schelde-kering en kosten. Alleen de beide laatste aspecten lieten wezen lijke verschillen zien. Het nieuwe alternatief vertoont een nauwere relatie met de Ooster schelde-kering, doordat gebruik wordt gemaakt van de plaatsing van de dorpelbalken. Belangrijk is de kostenbesparing: sluiting bij gereduceerd getij is f40 miljoen goedkoper dan een blokken sluiting bij het volle getij met behulp van hulpbruggen! In het voorjaar van 1981 is dan ook besloten om de compartimenteringsdammen bij een gereduceerd getij te sluiten, waarbij het onderzoek naar de mogelijkheden van een zandsluiting toch weer moest worden voortge zet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 48