groeven in Duitsland, Engeland, Schotland, Noorwegen en Finland. Zo konden tenslotte eisen worden ontwikkeld die uit ontwerp-oogpunt aanvaardbaar waren, en waaraan de groeven zouden kunnen voldoen als ze beschikten over geschoold kader en goed materieel. Eind 1979 konden toen leveranciers worden uitgenodigd voor het doen van een prijsopgave voor het leveren van breuksteen in schip voor de wal in een van de werkhavens van de Oosterschelde-kering. De leveringsovereen komsten op grond waarvan deze prijsopgave werden gevraagd, hebben een duur van 4 jaar. Ten einde de risico's voor de leveranciers te verkleinen, komen schommelingen in de prijs componenten loon en brandstof en in de valutakoers voor verrekening in aanmerking. De prijsaanbiedingen zijn uitvoerig geanaly seerd. Op grond hiervan werden in januari 1980 vier contracten afgesloten voor de levering van ruim 4 miljoen ton steen met drie leveranciers, een Duits, een Fins en een Schots bedrijf. Het Schotse bedrijf moest echter afhaken nog voordat het met de levering was begonnen. Dankzij het vele reeds gedane inventarisatiewerk kon binnen korte tijd een tweede inschrijving worden gehouden om een andere leverancier te zoeken. Ook deze inschrij vingen werden uitvoerig geanalyseerd, waarna de levering werd gegund aan een Fins bedrijf. Enkele bijzonderheden met betrekking tot de leveranciers, de soort steen, en de plaats van herkomst staan vermeld in de tabel. Het grootste deel van de breuksteen voor de Oosterschelde-kering zal worden verwerkt in de jaren 1983 tot en met 1985. Hoewel het in sommige opzichten aantrekkelijk is de steen direct uit de aanvoerschepen op de verwerkingsschepen over te slaan, is reeds in 1980 met de aanvoer begonnen, en wordt een deel van de aangevoerde steen op het werk in natte en droge depots opgeslagen. Deze aanpak wordt in hoofdzaak bepaald door de produktiemethoden in de groeve. De produktie is optimaal wanneerdiverse steensor teringen min of meer gelijktijdig kunnen worden geproduceerd: kleine en grote stenen zijn in zekere zin eikaars bijprodukten. In de sluitgaten worden echter eerst de kleinere steensorteringen verwerkt. De ook al geprodu ceerde grotere stenen moeten dan worden opgeslagen, en in de groeven is maar een beperkte opslagruimte beschikbaar. Bovendien kan de produktiecapaciteit van de groeven niet altijd gelijke tred houden met de te verwerken hoeveelheden steen. Tijdens de aanleg van de drempel wordt per week 50000 a 70 000 ton verwerkt, en het is economisch niet verantwoord voor de betrekkelijk korte periode waarin deze hoeveelheden nodig zijn, investeringen te doen ten behoeve van zo'n hoge produktie. Men moet ook rekening houden met de aanlooppe riode van de groeven. Het duurt in het algemeen geruime tijd voordat een groeve een maximale produktie bereikt. Door depotvorming vermijdt men het risico van stagnatie in de aanvoer, door bij voorbeeld lage waterstanden op de Rijn of storm op zee. Gedurende de wintermaan den wordt in verband met het dichtvriezen van de Botnische Golf zelfs helemaal geen steen uit Finland aangevoerd. leveran- herkomst- plaats laadha- cier land ven afstand hoeveel- steen- dichtheid AIV groeve— heid soort laad plaats BAG Bondsre Balduin- Koblenz 40 km 1,4 mil Basalt 3t/m3 <25% publiek stein joen ton Duitsland (Wester- Wald) BAG idem Mayen Koblenz 35 km 0,8 mil Basalt- 2,75t/m3 <25% (Eiffel) joen ton Lava Myna- Finland Eurojoki Eurojoki 10 km 1,25 mil Diabaas 3t/m3 <25% maen (ZW Fin (Botni joen ton land) sche golf) Partek idem Pargas Pargas 2 km 0,75 mil Graniet 2,6t/m3 <35% (ZW Fin (Finse joen ton land) golf) 430

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 24